BFT presenteert Jaarplan 2025
/Vorige week heeft het Bureau Financieel Toezicht (BFT) haar Jaarplan 2025 gepresenteerd. In 2024 bevestigde een evaluatie door KWINK dat BFT op de goede weg is en zijn strategie verder moet ontwikkelen. BFT investeert in digitalisering, datagedreven en risicogericht werken en zet steviger in op preventie, conform de governance-aanpak die in de evaluatie wordt aanbevolen. Snelle technologische en maatschappelijke ontwikkelingen vereisen voortdurende modernisering en flexibiliteit van de toezichthouder. Het Jaarplan 2025 borduurt hierop voort en schetst de strategische richting aan de hand van drie ambities.
Deze ambities – sturen op duurzame impact, bestrijding van ondermijning en inspelen op technologische ontwikkelingen – blijven richtinggevend voor de werkzaamheden van het BFT in 2025.
Drie ambities
Sturen op duurzame impact
BFT streeft in zijn toezicht naar langdurige (duurzame) impact. Dit betekent dat interventies en werkzaamheden gericht zijn op blijvende verbetering en naleving, in plaats van kortstondige resultaten. Een belangrijke factor hierbij is samenwerking binnen de toezichtketen en het delen van informatie met partnerorganisaties. In 2024 is het BFT toegetreden als partner tot het Financieel Expertise Centrum (FEC), een samenwerkingsverband van toezichthouders, opsporingsdiensten en het OM. Door deze toetreding kan het BFT in 2025 intensiever samenwerken en informatie uitwisselen met andere financiële toezichthouders (zoals AFM, DNB) en opsporingsinstanties, en waar nodig gezamenlijke interventies opzetten.
Deze ketensamenwerking stelt het BFT in staat een steviger bijdrage te leveren aan het voorkomen en bestrijden van financieel-economische criminaliteit en terrorismefinanciering. Kort gezegd zet BFT in op toezicht dat echt verschil maakt op de lange termijn, door krachten te bundelen en structurele verbeteringen te realiseren.
Bestrijding van ondermijning
De bestrijding van ondermijning – het tegengaan van financiële criminaliteit die de rechtsorde ondergraaft – is een kernambitie in 2025. Naleving van de Wwft en de Sanctiewet zijn daarbij cruciaal. De overheid breidt om die reden de sanctieregels uit via de nieuwe Wet internationale sanctiemaatregelen (WIS), die het BFT aanwijst als toezichthouder op sanctiewetgeving voor de instellingen die het al onder de Wwft controleert.
Het BFT verwelkomt deze uitbreiding van het toezicht en heeft in 2024 een uitvoeringstoets gedaan om de invoering voor te bereiden. Naar verwachting start het BFT in de loop van 2025 met dit sanctietoezicht. Om te zorgen dat notarissen, gerechtsdeurwaarders en andere Wwft-plichtigen hun nieuwe verplichtingen begrijpen, zal het BFT extra capaciteit inzetten voor het vergroten van de awareness (bewustwording) bij de onder toezicht staande instellingen.
Ook internationaal verandert het speelveld in 2025. In juli van dat jaar wordt de Europese Anti-Money Laundering Authority (AMLA) operationeel, een nieuwe autoriteit die nationale toezichthouders op gebied van witwassen en terrorismefinanciering gaat coördineren en versterken. Deze krijgt vergaande bevoegdheden en zal toezicht houden op zowel financiële als niet-financiële instellingen, inclusief de beroepsgroepen onder het BFT-toezicht. Voor BFT en de door hem toezichthouden instellingen betekent dit aanpassingen in het toezichtlandschap; BFT zal zijn achterban actief informeren over de veranderingen. Hiermee onderstreept BFT het belang van alertheid en weerbaarheid bij alle onder toezicht staanden in de strijd tegen ondermijning
Inspelen op technologische ontwikkelingen
Technologische vooruitgang verandert zowel de dienstverlening van de onder toezicht staande beroepsgroepen als de wijze van toezicht houden. Steeds meer notariële diensten, incasso- en accountancydiensten worden digitaal aangeboden en werkprocessen automatiseren verder. Om effectief in te spelen op technologische ontwikkelingen past het BFT zijn toezichtmethoden continu aan. In 2025 wordt verdere ontwikkeling of aanpassing van toezichtmethoden en -procedures voorzien om recht te doen aan digitalisering. Een speerpunt is datagedreven toezicht, wat grote kansen biedt voor efficiëntere controles en gerichtere handhaving. Tegelijk is het BFT zich bewust van de uitdagingen, met name op het gebied van privacy en informatiebeveiliging. De roep om voorzichtigheid met data is duidelijk – er zijn zorgen over gegevenshonger van toezichthouders, mogelijke onjuiste data en beperkte controlemechanismen. BFT zoekt daarom nadrukkelijk naar een balans tussen effectieve controle en bescherming van persoonsgegevens.
In de praktijk heeft het BFT al stappen gezet richting meer data-analyse. In 2024 is een Analyse-unit opgericht en uitgebouwd. Vier analisten werken daarin nauw samen met de toezichthouders om risico’s in het werkveld te signaleren en te helpen bij de selectie van onderzoeken. Deze data-analyse ondersteunt ook de preventieve kant: potentiële problemen kunnen vroegtijdig worden geïdentificeerd, zodat het BFT notarissen, deurwaarders en anderen tijdig kan informeren en waarschuwen. Daarnaast werkt BFT samen met branche- en beroepsorganisaties om meer relevante toezichtdata te verkrijgen. Die samenwerking – bijvoorbeeld met notariskamer, beroepsverenigingen van gerechtsdeurwaarders en accountants – kan in 2025 leiden tot het actief delen van data tussen toezichthouder en sector. Uiteraard gebeurt dit alleen onder strikte waarborgen voor privacy en informatiebeveiliging. Hiermee zorgt het BFT dat technologische innovaties worden omarmd ten bate van het toezicht, zonder de rechten en belangen van betrokkenen uit het oog te verliezen.
Interventies
Een opvallend element in het Jaarplan 2025 is de aanpak van interventies (handhavingsmaatregelen) binnen het toezicht. Het BFT zal een mix van informele en formele interventies blijven toepassen bij geconstateerde overtredingen, met nadruk op informele aanpak waar mogelijk. Uit ervaring blijkt dat een informele interventie, zoals een indringend gesprek of waarschuwing, vaak effectief is om misstanden te corrigeren. Deze vorm van handhaving richt zich op herstel van de situatie in overleg met de ondertoezichtstaande en is in veel gevallen voldoende gebleken. Formele sancties (zoals boetes, tuchtrechtelijke maatregelen of vergunningingrepen) blijven beschikbaar, maar zijn niet altijd nodig als via informeel optreden de naleving al duurzaam verbeterd kan worden. Dit past bij de eerdergenoemde nadruk op preventie en duurzame impact: optreden op maat, zodat de oorzaak van een probleem wordt weggenomen zonder onnodige juridisering.
Tegelijkertijd schuwt het BFT formele handhaving niet wanneer de situatie dat vereist. In het jaarplan zijn per toezichtdomein speerpunten benoemd, waarbij duidelijk wordt waar de focus in 2025 ligt en welke interventiemix wordt gehanteerd. Samengevat richt het BFT zich op de volgende kernthema’s per sector:
Notariaat – Het BFT concentreert zich op het beschermen van de belangen van derden bij notariële dienstverlening. Dit houdt verband met bijvoorbeeld het toezicht op notariële derdengeldenrekeningen en het voorkomen van misbruik daarvan. Door tijdig in te grijpen – liefst via overleg en advies – wil het BFT voorkomen dat derden (zoals cliënten of schuldeisers) schade lijden door handelen van notarissen. Bij ernstiger misstanden of herhaaldelijke overtredingen zal uiteraard formeel worden opgetreden.
Gerechtsdeurwaarders – In 2025 is er extra aandacht voor het bewaken van de onafhankelijke positie van gerechtsdeurwaarders en de handhaving van de nieuwe Wet kwaliteit incassodienstverlening (Wki). De Wki, per 1 januari 2025 in werking, stelt strengere eisen aan incassobureaus en heeft ook implicaties voor gerechtsdeurwaarders bij hun buitengerechtelijke incassopraktijken. BFT ziet toe op naleving van deze nieuwe regels en houdt in de gaten dat deurwaarders onafhankelijk opereren, vrij van ongepaste druk of belangenverstrengeling. Informele interventies (bijvoorbeeld een gesprek over de invulling van de onafhankelijkheidsregels) zullen worden ingezet om deurwaarders tijdig bij te sturen. Als dat onvoldoende is, zal het BFT niet aarzelen om formele maatregelen te treffen, zeker bij schending van de Wki of andere kernverplichtingen.
Wwft-plichtige beroepen – Voor de toezichtpopulatie die onder de Wwft valt (denk aan accountants, belastingadviseurs, administratiekantoren) vergroot het BFT de focus op themagericht werken, versterkte samenwerkingsverbanden en verfijning van het risicobeleid. Concreet betekent dit dat het BFT in 2025 gerichte thema-onderzoeken uitvoert naar bijvoorbeeld sectorbrede knelpunten in witwaspreventie, en intensiever samenwerkt met andere Wwft-toezichthouders en instanties (zoals FIU-NL, FIOD en de beroepsorganisaties). De inzichten uit data-analyses worden hierbij benut om risico’s te identificeren en prioriteren. Waar mogelijk wordt eerst preventief opgetreden – via voorlichting, consultaties en waarschuwingen – om instellingen aan te zetten tot betere naleving van de Wwft. Bij ernstige of opzettelijke niet-naleving zal het BFT formele sancties inzetten om ondermijning tegen te gaan en het speelveld eerlijk te houden.
Door deze gerichte interventiestrategie, per beroepsgroep afgestemd, wil het BFT effectieve toezichtresultaten boeken. Het informele gesprek blijft daarbij een belangrijk instrument, maar altijd ondersteund door de mogelijkheid van hardere maatregelen als stok achter de deur. Deze balans tussen hulp en handhaving moet leiden tot zowel een hogere naleving als een versterkt vertrouwen in de sectoren onder toezicht.
Organisatie en begroting
In het Jaarplan 2025 reflecteert het BFT ook op de eigen organisatie en de middelen waarover het beschikt. Om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen en de toenemende complexiteit van toezicht, breidt het BFT zijn kennis en deskundigheid verder uit binnen de organisatie. Investeren in organisatieontwikkeling, professionalisering van de bedrijfsvoering en versterking van ICT-capaciteiten zijn prioriteiten in 2025. Dit sluit aan bij de eerdergenoemde digitale transformatie en data-gedreven werkwijze: intern moeten de juiste vaardigheden en systemen aanwezig zijn om moderne toezichtmethoden mogelijk te maken. Tegelijk werkt het BFT aan de implementatie van aanbevelingen uit de ZBO-evaluatie, waaronder het verbeteren van werkprocessen en het aantrekken van nieuwe competenties (bijv. op het gebied van gedragswetenschap en data-analyse). Deze interne ontwikkelingen vergen niet alleen tijd en inspanning, maar ook voldoende financiële middelen.
Financiële uitdagingen vormen dan ook een rode draad in de organisatorische paragrafen van het jaarplan. Als zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) is het BFT verantwoordelijk voor zijn eigen continuïteit op middellange termijn en moet het een gezonde bedrijfsvoering waarborgen. Voor 2025 is in overleg met het Ministerie van Justitie en Veiligheid een tekort op de begroting opgenomen. Met andere woorden, de toegekende subsidie dekt niet volledig alle voorziene kosten. Dit brengt risico’s met zich mee. Zo waarschuwt het BFT voor een mogelijk “stop-en-go” ritme in zijn activiteiten: plannen kunnen pas worden uitgevoerd na aanvullende besluitvorming halverwege het jaar, wanneer duidelijk is of er aanvullende middelen beschikbaar komen. Projecten die over jaargrenzen heen lopen, worden uit voorzichtigheid misschien niet meteen gestart, wat continuïteit kan ondermijnen. Indien meerjarige plannen steeds stilvallen door financieringsonzekerheid, zou dat scherpe keuzes in de prioritering van toezichtstaken afdwingen en mogelijk de bedrijfsvoering raken.
De oorzaak van het tekort hangt samen met externe ontwikkelingen. Zo heeft het ministerie besloten de loonstijgingen uit de nieuwe CAO Rijk niet structureel te compenseren. Het BFT moet deze hogere personeelskosten binnen de eigen begroting opvangen. Gevolg is dat de financiële kengetallen verslechteren: de solvabiliteit dreigt te dalen richting ~16%, terwijl een buffer van >25% wenselijk wordt geacht. Ook de liquiditeitspositie komt onder druk te staan bij uitblijven van aanvullende financiering. Met andere woorden, het BFT kan in 2025 zijn ambities alleen realiseren door zeer efficiënt met middelen om te gaan en tijdig bij te sturen als de financiering tekortschiet. Het jaarplan geeft aan dat het BFT en JenV nauw in contact blijven over deze knelpunten en dat men – ondanks alles – vasthoudt aan de uitvoering van de inhoudelijke plannen zoveel als mogelijk. Zo is in de begroting rekening gehouden met het invullen van 8,6 openstaande fte’s (vacatures door natuurlijke uitstroom) om de capaciteit op peil te houden.
Mocht het budgettair erg tegenvallen, dan zal het BFT prioriteiten moeten herzien, maar vooralsnog verwacht men geen structurele tekorten als reguliere compensaties voor loon- en prijsstijgingen tijdig worden doorgevoerd.
Kortom, de organisatie staat voor de uitdaging om met beperkte middelen de hoge ambities waar te maken. Dit vergt creativiteit en strakke financiële regie. Het BFT is zich bewust van deze realiteit en benadrukt dat het ondanks de krappe kas de wettelijke toezichttaken naar behoren wil (blijven) uitvoeren.
Vooruitblik
Het jaarplan besluit met een vooruitblik op hoe het BFT zich voorbereidt op toekomstige uitdagingen en ontwikkelingen. Centraal staat het blijven moderniseren van de toezichtsaanpak zodat deze meegroeit met veranderingen in het speelveld. In 2025 gaat het BFT expliciet aan de slag met de aanbevelingen uit de ZBO-evaluatie om zijn organisatie en werkwijzen toekomstbestendig te maken. Concreet vertaalt dit zich in het ontwikkelen van nieuwe werkwijzen voor onderzoek en handhaving, waarbij bestaande werkprocessen kritisch tegen het licht worden gehouden en geoptimaliseerd waar nodig. BFT kijkt naar mogelijkheden om zijn team uit te breiden met nieuwe expertises, zoals gedragswetenschappers en data-analisten, om beter inzicht te krijgen in compliance-gedrag en technologische risico’s. Ook zal BFT verder innoveren in datagedreven werken en verkennen hoe informatie en data slimmer gedeeld kunnen worden met ketenpartners in de toekomst.
Daarnaast blijft de blik gericht op de bredere ontwikkelingen in de financiële toezichtwereld. Internationale en Europese initiatieven (zoals de AMLA, eerder genoemd) zullen hun weerslag hebben op de nationale toezichtpraktijk. Het BFT positioneert zich zodanig dat het hierop kan inspelen – door tijdige aanpassing van interne beleid, het scholen van medewerkers in nieuwe wetgeving, en het informeren van de sector over aankomende veranderingen. Nieuwe wet- en regelgeving (bijvoorbeeld voortschrijdende implementatie van de Wwft, Sanctiewet/WIS en Wki) worden nauwlettend gevolgd. BFT bereidt zich voor om deze in zijn toezichtstrategie op te nemen, zodat er geen handhavingsvacuüm ontstaat wanneer dergelijke regels van kracht worden.
Belangrijk is dat het BFT zijn preventieve koers verder uitbouwt. Het toezicht van de toekomst richt zich niet alleen op bestraffen van fout gedrag achteraf, maar steeds meer op het voorkómen van misstanden. Door risico’s vroeg te signaleren (met hulp van data-analyse), door intensieve samenwerking in de keten en door professionals in het veld te ondersteunen met kennis en guidance, wil het BFT problemen voor zijn. Dit proactieve en samenwerkingsgerichte toezichtmodel is een rode draad in het jaarplan en zal in de komende jaren verder worden verfijnd.
Afsluiting
Het BFT Jaarplan 2025 schetst een toezichthouder die alert inspeelt op een veranderende wereld. Met drie helder gedefinieerde ambities en een mix van interventies richt het BFT zich op duurzame effecten, bestrijding van financiële ondermijning en adaptatie aan technologie. Tegelijk investeert het in de eigen organisatie en blijft het waken voor de impact van financiële beperkingen op zijn taakuitoefening. Voor een gespecialiseerd publiek – notarissen, gerechtsdeurwaarders, accountants en andere betrokkenen – onderstreept dit jaarplan de relevantie van een slagvaardige toezichthouder. De beschreven strategieën en beleidswijzigingen laten zien hoe het BFT in 2025 en daarna gezaghebbend toezicht wil houden dat bijdraagt aan een integere financiële en juridische sector, nu en in de toekomst.