De registratie van de aan- en afvoer van schapen niet overeenkomstig de Regeling identificatie en registratie van dieren. Geen sprake van opzet. Beroep op rechtsdwaling faalt.

Gerechtshof Amsterdam 13 september 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:3711

De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan overtreding van de Regeling identificatie en registratie van dieren. Zij heeft op verschillende tijdstippen een groot aantal schapen aangevoerd en afgevoerd zonder dat zij deze schapen heeft geregistreerd in het identificatie- en registratiesysteem voor schapen. Om de volksgezondheid en de gezondheid en het welzijn van dieren in zijn algemeenheid te kunnen waarborgen is een adequaat functionerend systeem van identificatie en registratie noodzakelijk. Het hof verwijt de verdachte dat zij een regeling heeft geschonden die tot stand is gekomen mede in het kader van de bestrijding van besmettelijke ziekten onder dieren.

De vertegenwoordiger van de verdachte heeft aangevoerd dat de schapen via het systeem Traces waren aangemeld, dat de verdachte ze verder had verwerkt in haar eigen papieren administratie, en dat zij ervan uitging dat zij hiermee aan haar verplichtingen voldeed. Het hof begrijpt dit verweer aldus dat de verdachte niet opzettelijk de Minister van Economische Zaken niet heeft voorzien van de benodigde gegevens, maar – achteraf bezien ten onrechte – heeft aangenomen dat zij deze gegevens aanleverde door middel van het programma Traces. Het opzettelijk handelen kan daarmee niet worden bewezen.

Het hof overweegt als volgt.

Gelet op de inhoud van het dossier en de verklaring van de vertegenwoordiger van de verdachte kan niet worden bewezen dat het opzet van de verdachte al dan niet in voorwaardelijke vorm gericht was op het tenlastegelegde aanvoeren en afvoeren van schapen, terwijl zij, als houder van die schapen, de Minister van Economische Zaken niet in kennis heeft gesteld van gegevens als bedoeld in artikel 38d, derde en zesde lid (oud), van de Regeling identificatie en registratie van dieren.

Het verweer slaagt.

Bewezenverklaring 

Overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 96 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, begaan door een rechtspersoon, tweemaal gepleegd.

Beroep op rechtsdwaling

Voor zover namens de verdachte is beoogd een beroep te doen op rechtsdwaling, waardoor de verdachte moet worden ontslagen van rechtsvervolging, faalt dit beroep, nu de verdachte als professionele marktdeelnemer onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de toepasselijke regelgeving en de rechtsdwaling daarmee niet verontschuldigbaar is. Ter terechtzitting heeft de vertegenwoordiger van de verdachte immers verklaard dat namens de verdachte geen nader onderzoek is gedaan of de aanmelding via Traces voldoende was; dit was - bij nader inzien ten onrechte – aangenomen.

Strafoplegging 

Het hof veroordeelt de verdachte tot twee geldboetes van elk € 2.500, waarvan € 2.000 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.

Lees hier de volledige uitspraak. 

Print Friendly and PDF ^