Dood door schuld: Aanmerkelijk onvoorzichtig handelen van vrachtwagenchauffeur door het niet-naleven van veiligheidsvoorschriften van zijn kiepoplegger

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 10 juli 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:5372

Het is aan de schuld van verdachte te wijten dat slachtoffer op 15 januari 2018 door de vallende laadbak van de oplegger van verdachte werd getroffen en is komen te overlijden. Verdachte schakelde het kiepmechanisme in zonder zich ervan te verzekeren dat zich geen personen binnen het werkgebied van de oplegger bevonden.

Inleiding

Verdachte was ten tijde van het tenlastegelegde werkzaam als vrachtwagenchauffeur voor zijn eigen onderneming, naam bedrijf. Hij vervoerde ieder jaar tussen september en februari bieten(pulp) voor dezelfde opdrachtgever. Verdachte beschikte over een vrachtwagencombinatie, bestaande uit een trekker van het merk Volvo (kenteken kentekennummer) en een oplegger van naam 1 (kenteken kentekennummer). De oplegger was van het model 'kipper', waarbij de laadbak via een cilinder omhoog kan worden geschoven om de lading te lossen.

De toedracht van het ongeval

Op 15 januari 2018 is verdachte naar plaats gereden, waar zijn laadbak met behulp van een shovel werd gevuld met circa 36 ton bietenpulp. Verdachte reed vervolgens naar de adres in plaats, gemeente gemeentenaam, waar hij rond 8 uur 's ochtends arriveerde om de lading te lossen. Hij parkeerde zijn combinatie voor de vrachtauto van de hem bekende slachtoffer die reeds op het terrein stond en bezig was met lossen.

Verdachte sprak kort met slachtoffer en kreeg te horen dat de lading pulp zo ver mogelijk achterin de sleufsilo moest worden gelost. Daarop verplaatste verdachte zijn vrachtwagencombinatie naar een positie rechts van de vrachtwagen van slachtoffer totdat zijn trekker halverwege de laadbak van slachtoffer stond. Vervolgens liep hij tussen de twee vrachtwagens door naar de achterzijde en opende hij de deuren van zijn oplegger. Daarna liep verdachte via dezelfde weg terug naar zijn cabine, nam plaats en zette de hefcilinder van de laadbak in werking. Toen de hydraulische telescoopcilinder het hoogst mogelijke punt had bereikt, constateerde verdachte in zijn spiegels dat de lading pulp niet echt loskwam uit de laadbak. Vervolgens voelde hij hoe vrachtwagen inclusief het kipgedeelte naar links begon te kantelen. Hij probeerde nog om de cilinder weer te laten zakken, maar dat lukte niet meer. De truck kantelde, viel tegen de oplegger van slachtoffer aan en bleef daar in diagonale positie tegenaan staan. De cilinder waarop de laadbak rustte, knikte op één punt en brak op een ander punt, waarna de laadbak bovenop en in de oplegger van slachtoffer viel. Verdachte stapte uit en zag dat slachtoffer zich achterin zijn eigen oplegger bevond en door de laadbak van de kipper-oplegger was getroffen. Hij vertoonde geen teken van leven meer. De forensisch arts heeft bij de lijkschouw zeer zware verwondingen geconstateerd die niet met leven verenigbaar zijn, zodat naar zijn oordeel sprake is van een evidente doodsoorzaak.

De oorzaak van het kantelen

Op de vloer van de sleufsilo zijn resten pulp aangetroffen. Verdachte is daar kennelijk overheen gereden. Of één of meer rechterachterwielen van de oplegger ten tijde van het kiepen op deze resten hebben gestaan, wat zou kunnen verklaren waarom de oplegger kantelde, kan op basis van het huidige dossier niet worden vastgesteld. Dat brengt mee dat het tenlastegelegde voor zover daarin het lossen op een niet-egale ondergrond is opgenomen niet kan worden bewezen. Verdachte heeft verklaard dat de laadbak niet gelijkmatig was gevuld en aan de linkerzijde was aangedrukt met de shovel. Dit inklinken zou disbalans hebben kunnen veroorzaken tijdens het kiepen. Shovelmachinist naam 2 heeft daarentegen betwist dat hij de pulp bij het inladen heeft aangedrukt. Verder zou het ten tijde van het lossen behoorlijk hebben gewaaid wat ook een rol bij het kantelen zou kunnen hebben gespeeld. Het hof komt tot de slotsom dat op basis van het dossier niet een eenduidige oorzaak van het kantelen van de oplegger kan worden vastgesteld. Verschillende factoren kunnen daaraan hebben bijgedragen. Dat brengt mee dat niet kan worden bewezen dat de omstandigheid dat de combinatie tijdens het lossen is gekanteld het gevolg is geweest van een onachtzaamheid of nalatigheid van verdachte.

Zorgplicht

Het is een feit van algemene bekendheid dat werken met zwaar materieel, zoals een vrachtwagen met kiepmechanisme, een inherent risico op ongevallen met zich brengt. In de Gebruikersdocumentatie behorend bij de naam 1 kipper wordt dit als volgt omschreven:

‘Kippen is altijd riskant en soms gevaarlijk. Kippers kunnen kantelen op een slechte of scheve ondergrond, bij hoge windsnelheden of wanneer de lading vast blijft zitten.

Voorkom ongevallen door onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Waarschuwing! (…)

Tijdens het kippen van de kipbak mogen er geen personen in het bereik van de kipper zijn.’

Verderop in de documentatie staat het volgende:

‘HET IS VERBODEN OM (…) ZICH IN HET WERKGEBIED VAN DEZE MACHINE TE BEVINDEN.’

Bij deze tekst is een tekening opgenomen met een kruis er doorheen waarop een persoon is te zien die zich ter linkerzijde van de oplegger bevindt. In de documentatie staat verder:

‘Om de kipper oplegger te kunnen bedienen dient er een werkplek vrijgehouden te worden van 10 meter breed rondom het voertuig.’

en, op het inlegvel:

‘Voordat er gekipt gaat worden er zeker van zijn, dat (…) er GEEN MENSEN of OBSTAKELS in de DIREKTE OMGEVING zijn.’

Verdachte heeft verklaard dat zijn voertuig op ongeveer 3,5 meter afstand van de combinatie van slachtoffer stond ten tijde van het ongeval. Bij confrontatie met een foto in het dossier heeft verdachte verklaard dat die afstand ook 2,5 meter kan zijn geweest. Verdachte heeft verklaard dat hem niet bekend was dat er een straal van 10 meter rondom het voertuig moet worden vrijgehouden tijdens het kiepen. Verder heeft hij verklaard dat hij niet over de gebruiksdocumentatie van de kipper beschikt, maar die ook niet nodig heeft omdat hij voldoende ervaring heeft. Ook heeft verdachte verklaard dat hij niet wist waar slachtoffer zich ten tijde van het kiepen bevond. Evenmin heeft hij slachtoffer voorafgaand aan het lossen gemaand zich op veilige afstand te begeven.

Het hof overweegt dat gelet op de inherente gevaren die het werken met een kipper-oplegger met zich brengt van personen die gebruikmaken van een dergelijke machine een hoge mate van zorgvuldigheid wordt verwacht. In het kader van deze verhoogde zorgplicht en daaraan gekoppelde aansprakelijkheid, ook wel ‘Garantenstellung’ genoemd, wordt van bedienaars van zwaar materieel gevergd dat zij zich gedragen als een redelijk handelende en bekwame beroepsgenoot. Dat houdt op zijn minst in dat de door de fabrikant voorgeschreven veiligheidsinstructies nauwgezet worden gevolgd. Naar het oordeel van het hof is verdachte op 15 januari 2018 in die zorgplicht tekortgeschoten. Hij heeft in strijd met de veiligheidsvoorschriften het kiepmechanisme van zijn oplegger in werking gesteld terwijl er zich binnen het werkgebied van de oplegger een andere vrachtauto bevond en terwijl hij niet wist waar de chauffeur van die vrachtauto zich op dat moment bevond. Gelet op algemene ervaringsregels maar ook gezien verdachtes eigen ervaring als vrachtchauffeur, mocht bij hem bekend worden verondersteld dat een chauffeur zich gedurende het lossen van zijn vrachtwagen doorgaans in zijn voertuig of in de nabijheid daarvan bevindt. Verdachte is niettemin gaan kiepen in de nabijheid van de vrachtwagen van slachtoffer, zonder zich ervan te verzekeren dat slachtoffer zich op een veilige afstand van de kipper-oplegger bevond.

Causaal verband en schuld

Slachtoffer is getroffen door de laadbak van verdachtes oplegger en als gevolg daarvan overleden. Dit ongeval en het daarop volgende overlijden van slachtoffer hadden niet plaatsgevonden wanneer verdachte conform de veiligheidsinstructies ervoor had gezorgd dat het werkbereik van de oplegger vrij was van personen en obstakels. Verdachte had moeten wachten tot slachtoffer met zijn vrachtwagen de silo had verlaten dan wel slachtoffer moeten verzoeken zich op veilige afstand te begeven voordat hij het kiepmechanisme in werking stelde. De beweerdelijk door slachtoffer gegeven instructies maken dit niet anders. Die doen immers niets af aan verdachtes eigen verantwoordelijkheid voor het juist en veilig bedienen van zijn materieel. Het overlijden van slachtoffer staat daarmee in rechtstreeks verband met het niet-naleven van de veiligheidsvoorschriften door verdachte. Mede in aanmerking genomen de voorzienbare en verstrekkende gevolgen die het kantelen van een oplegger kan hebben, terwijl voor het risico op kantelen uitdrukkelijk in de handleiding wordt gewaarschuwd en verdachte heeft verzuimd te doen wat bij uitstek van hem werd verlangd, kan het ingetreden gevolg redelijkerwijs aan hem worden toegerekend. Het hof merkt het handelen van verdachte aan als aanmerkelijk onachtzaam, onvoorzichtig en nalatig. Het is aan verdachtes schuld te wijten dat slachtoffer door de laadbak werd getroffen en is overleden.

Voor zover overigens door en namens verdachte verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde is gevoerd, wordt dit weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, waarnaar het hof hiervoor in de voetnoten heeft verwezen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.

Bewezenverklaring

  • Aan zijn schuld de dood van een ander te wijten zijn.

Strafoplegging

  • Taakstraf van 100 uren

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^