EHRM: Verplicht verstrekken bankafschriften aan Belastingdienst niet in strijd met verbod op zelfincriminatie
/EHRM 4 oktober 2022, De Legé v. the Netherlands (no. 58342/15)
De verzoeker in deze zaak, Levinus Adrianus de Legé, heeft de Nederlandse nationaliteit en is geboren in 1934 en woont in El Campello (Spanje). De zaak heeft betrekking op belastingcorrecties en boetes die aan verzoeker zijn opgelegd naar aanleiding van zijn verzuim om alle voor de belastingheffing relevante informatie te verstrekken, namelijk informatie over een bankrekening die hij in Luxemburg aanhield.
Met een beroep op artikel 6, lid 1 (recht op een eerlijk proces) verwijt verzoeker dat hij is gedwongen om bankdocumenten betreffende een buitenlandse bankrekening over te leggen voor gebruik in een belastingprocedure, hetgeen heeft geleid tot een boete van de belastingdienst. Hij stelt dat er sprake is van schending van het recht tegen zelfincriminatie, het nemo tenetur-beginsel.
Het EHRM overweegt:
Een kort geding-rechter had geoordeeld dat De Lege informatie moest verstrekken op grond van art. 47 AWR, en mocht worden gebruikt voor het opleggen van (onherroepelijk vaststaande) vergrijpboetes ("there had thus been compulsion and the had been subject to criminal proceedings").
De bankbescheiden zijn 'pre-existing documents' en de autoriteiten waren bekend met het bestaan van die documenten.
Het bevel voor het overleggen van de bankbescheiden somde specifiek op welke bescheiden het betrof.
De "imposition of penalty payments" voor als De Lege de bankbescheiden niet zou overleggen betreft geen onmenselijke of vernederende behandeling (art. 3 EVRM).
Conclusie: geen schending van artikel 6 EVRM. Het gebruik van de bankstukken leidt niet tot een schending van het recht op een eerlijk proces.
Lees hier de volledige uitspraak.