Eigendom van goed wordt prijsgegeven als je het aan straat zet om te worden opgehaald door de vuilnisophaaldienst

Hoge Raad 12 maart 2024, ECLI:NL:HR:2024:384

In de nacht van 22 op 23 september 2020 kreeg een bewoner aan de c-straat, betrokkene 1, een melding dat zijn camera buiten een beweging had gedetecteerd. Vervolgens zag betrokkene 1 dat de vuilniszak die door hem aan de stoeprand was gezet ter aanbieding aan de vuilnisdienst, was verdwenen. Betrokkene 1 is vervolgens in de buurt gaan kijken en zag bij het aan de c-straat gelegen A de Verdachte lopen en daar een aantal vuilniszakken dumpen. Betrokkene 1 had al eens eerder, in mei 2020, een strafbeschikking van de gemeente plaats gekregen omdat hij twee vuilniszakken niet juist zou hebben aangeboden aan de c-straat te plaats; hij was toen getraceerd aan de hand van aan hem geadresseerde post in die vuilniszakken. Op de camerabeelden is de Verdachte herkend, waarna vervolging tegen hem is ingesteld.

Het gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft de Verdachte “opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, wegmaken” (art. 350, eerste lid, Sr) en “belaging” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken.

Middel

Het eerste middel heeft betrekking op het onder 1 tenlastegelegde. De klacht houdt bezien in samenhang met de toelichting op het middel in, dat het hof met de overweging dat de vuilnisaanbieder het bezit en de eigendom van vuilnis niet opgeeft maar beoogt over te dragen aan de vuilnisverwerker, een onjuiste uitleg heeft gegeven aan het begrip 'wegmaken' als bedoeld in art. 350 Sr en ten onrechte heeft geoordeeld dat het vuilnis niet als res nullius dan wel als res derelicta kan worden aangemerkt.

Beoordeling Hoge Raad

De tenlastelegging is toegesneden op artikel 350 Sr. Daarom moet worden aangenomen dat het in de tenlastelegging en de bewezenverklaring voorkomende begrip ‘toebehoorde aan’ is gebruikt in de betekenis die dat begrip heeft in die bepaling.

Van een goed dat ‘geheel of ten dele toebehoort aan een ander’ is geen sprake als de eigenaar de eigendom van dat goed heeft prijsgegeven. (Vgl. ten aanzien van diefstal HR 2 april 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ5952.)

Het hof heeft vastgesteld dat de Verdachte een vuilniszak heeft weggemaakt die door betrokkene 1 voor de voortuin van zijn woning was geplaatst om te worden opgehaald door de vuilnisophaaldienst. Het hof heeft bewezenverklaard dat die vuilniszak ten tijde van het wegmaken aan betrokkene 1 “toebehoorde”, en in dat verband overwogen dat degene die huisvuil aanbiedt door dit te plaatsen aan de stoeprand met het oog op vernietiging daarvan, “hooguit (...) afstand doet van zijn eigendomsrecht ten behoeve van de vuilnisverwerker”.

Dat oordeel getuigt van een onjuiste rechtsopvatting, omdat degene die overeenkomstig de plaatselijke voorschriften in de openbare ruimte afval ter inzameling en verwerking aanbiedt, geacht moet worden daarmee de eigendom van dit afval te hebben prijsgegeven. Voor de beoordeling of een eigenaar de eigendom van een goed heeft prijsgegeven is niet relevant of – en, zo ja, door wie – dat goed daarna weer in bezit is genomen.

Het cassatiemiddel slaagt.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^