Integriteit in het medische domein: vage norm of essentieel gedragsrecht?

 ‘Integriteit’ is in het kader van de medische beroepsuitoefening geen makkelijk te plaatsen begrip. In de belangrijkste wetten die normen voor hulpverleners of zorgaanbieders bevatten, zoals de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) of de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (afdeling 5 van titel 7 van boek 7 BW, bekend als de WGBO), komt de term niet voor. Ook in de twee ‘tuchtnormen’ uit art. 47 lid 1 Wet BIG wordt de term niet gehanteerd; het dichtst in de buurt komt de norm op grond waarvan een zorgprofessional zich heeft te gedragen als een ‘behoorlijk’ beroepsbeoefenaar. Daarnaast wordt integriteit al snel in verband gebracht met financiële integriteit in de zin van rechtmatig declareren, maar ook corruptie, belangenverstrengeling en ongewenst gedrag worden eronder geschaard. Ook zorgverzekeraars verstaan de integriteit van zorgaanbieders primair als financiële integriteit.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^