Kamerbrief over terug- en vooruitblik na een jaar Russische oorlog in Oekraïne: er wordt vaart gemaakt met modernisering van de sanctiewet
/Ministers Hoekstra (BZ), Ollongren (DEF) en Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) hebben de Tweede Kamer de Terug- en vooruitblik na een jaar Russische oorlog in Oekraïne gestuurd.
Over de inzet van sancties en de modernisering van de Sanctiewet 1977 valt het volgende te lezen.
De EU heeft sinds de Russische inval in Oekraïne een ongekend pakket sanctiemaatregelen tegen Rusland afgekondigd. Met de sancties geeft de EU een glashelder signaal dat de grove schending van het internationaal recht en grondbeginselen van het VN handvest door Rusland consequenties heeft. Het doel van de sancties is bovendien om de mogelijkheden voor Rusland om oorlog tegen Oekraïne te voeren zo veel mogelijk te beperken. Gezien de aanhoudende Russische agressie is het van belang om de druk op Rusland met sancties hoog te houden. Een deel van de sancties heeft steeds meer effect naarmate de tijd vordert, terwijl er nu al stevige effecten te zien zijn. Het is duidelijk dat Rusland voor zijn oorlogsmachine moet uitwijken naar onbekende en onbetrouwbare leveranciers. Dit komt mede door de ingestelde EU-exportbeperkingen. Bovendien zijn er vele miljarden aan Russische tegoeden bevroren en heeft Rusland geen toegang meer tot Westers kapitaal vanwege de ingestelde restricties. De inkomsten van Rusland uit internationale handel worden steeds verder afgeknepen door EU-importrestricties, zoals op olie. Het kabinet is constant op zoek naar manieren om de druk te verhogen in aanvulling op de bestaande sanctiemaatregelen, waarbij EU-eenheid, de uitvoerbaarheid en de impact nauwkeurig worden afgewogen.
Deze inzet behelst tevens maatregelen om sanctieomzeiling te bestrijden, hetgeen essentieel is voor zowel de effectiviteit van de sancties als het draagvlak. Rusland is in hoge mate afhankelijk van Westerse componenten en probeert op clandestiene wijze alsnog aan deze producten te komen. Het kabinet zet daarom in op een breed palet aan anti-omzeilingsmaatregelen, zowel in Nederland als in EU-kader en internationaal. In bijgevoegd concept non-paper wordt dit nader uitgewerkt. Nederland heeft dit in het kader van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 februari aangekondigd, waar het initiatief op brede steun kon rekenen. Na verdere afstemming met gelijkgezinde Lidstaten kan het non-paper kan als basis dienen voor bespreking in verschillende Brusselse fora. In lijn met motie van de leden Brekelmans en Agnes Mulder23 gaat het hierbij bijvoorbeeld om het opzetten van een anti-omzeiling contactpunt in Brussel waar autoriteiten van lidstaten, denktanks en andere partners informatie kunnen delen, voor zover mogelijk binnen wettelijke kaders. Dit maakt het mogelijk om op een centraal punt analyses te maken van individuele gevallen en patronen via derde landen. Op basis daarvan kan gehandeld worden, bijvoorbeeld door diplomatieke outreach, het afgeven van officiële waarschuwingen aan bedrijven, het informeren van bedrijven over risicogebieden, het aanmoedigen van bedrijven om contractuele bepalingen over eindgebruik op te nemen en het op de sanctielijst plaatsen van bedrijven uit derde landen. Idealiter krijgt dit het karakter van een soort Europees hoofdkwartier voor sancties zodat omzeiling gestructureerd en proactief aangepakt kan worden met het oog op huidige en toekomstige inzet van sancties. Dit zal niet allemaal van vandaag op morgen geregeld zijn. Het kabinet wil dit proces aanjagen omdat naast nationale inzet omzeiling op Europees en internationaal niveau aangepakt moet worden.
Ten aanzien van de naleving van sancties heeft het kabinet de Kamer begin november geïnformeerd over de stand van zaken. Alle aanbevelingen uit het rapport Blok zijn gerealiseerd of in lopende uitvoering, zoals de voorbereidingen voor modernisering van de wetgeving. Ervaringen worden ondertussen uit de naleving concreet vertaald naar voorstellen die worden ingebracht bij de onderhandelingen over nieuwe sanctiepakketten.
Het kabinet deelt het het gevoel van urgentie van de Kamer om de naleving van sancties verder te verbeteren. Middels de nationale sanctieregeling zijn ad hoc maatregelen genomen om mazen te dichten, bijvoorbeeld ten aanzien van gegevensdeling en toezicht. Daarnaast is er een nationaal beleidskader opgesteld over hoe met ontheffingen wordt omgegaan, zijn er bij de bevoegde instanties meldpunten voor gesanctioneerde opgezet, worden de nodige sanctierapportages tijdig met de Europese Commissie gedeeld, is er onder leiding van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat een samenwerkingsplatform opgericht om aan gesanctioneerde entiteiten verbonden partijen inzichtelijk te maken en is er een grondslag voor gegevensdeling opgenomen in de Europese sanctieverordeningen.
Alle bij sanctienaleving betrokken departementen en uitvoeringorganisaties zijn actief en aangehaakt. Het kabinet deelt de wens en urgentie voor een duurzame sanctiewetgeving voor de komende decennia. Daarom wordt vaart gemaakt met de modernisering van de sanctiewet en zal het kabinet er zorg voor dragen dat het conceptwetsvoorstel modernisering sanctiestelsel uiterlijk per juli gereed is voor de consultatiefase voor externe partijen.