Kamervragen over oproep voor meer geld voor het Europees Openbaar Ministerie (EOM)

Op 8 juli jl. zijn door Kamerleden Van Nispen en Leijten (beiden SP) vragen gesteld aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de oproep voor meer geld voor het Europees Openbaar Ministerie.

De volgende vragen zijn gesteld:

  1. Klopt het dat u tijdens de JBZ-Raad van 7 juli 2020 heeft gepleit voor meer geld voor het Europees Openbaar Ministerie (EOM)?

  2. Wanneer heeft u de Kamer hierover geïnformeerd? Als u de Kamer niet heeft geïnformeerd hierover, waarom niet?

  3. Waarom vindt u het nodig om meer geld voor het EOM uit te trekken terwijl het EOM nog niet eens actief is? Kunt u heel precies onderbouwen wat er met dat extra geld precies zou moeten gebeuren volgens u?

  4. Waarom houdt u dit pleidooi precies op dit moment? Is hier om verzocht? Zo ja, door wie en wanneer? Zijn daar openbare documenten van en met welke onderbouwing?

  5. Hoeveel budget is er oorspronkelijk aan het EOM toegezegd door de Europese Unie en hoeveel zou dit moeten worden volgens u?

  6. Welke gevolgen zal dit hebben voor de Nederlandse afdracht aan Brussel?

  7. Hoeveel meer geld zou u uit willen geven aan Europol en Eurojust?

  8. Waarom heeft u deze oproep gedaan tijdens de JBZ-Raad terwijl dit niet geagendeerd stond, althans niet op de geannoteerde agenda die de Kamer voorafgaand ontving? Welke gevolgen heeft dit volgens u voor de invloed van de Kamer op de JBZ-Raden?

  9. Vindt u het handig om te pleiten voor meer geld voor het EOM terwijl de regering in de discussie over de meerjarenbegroting en het herstelfonds juist pleit voor zuinig beleid? Op welke wijze is uw pleidooi voor meer geld afgestemd in de regering?

Lees meer over dit onderwerp:


Print Friendly and PDF ^