Kan er sprake zijn van een beslagene als op de kennisgeving van inbeslagneming is aangetekend ‘geen eigenaar bekend’?

Hoge Raad 17 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:443

De klager is op 15 april 2016 als bestuurder van een auto samen met twee inzittenden aangehouden ter controle op basis van de WVW. In de kofferbak troffen opsporingsambtenaren een tas met vermoedelijk verdovende middelen aan. In de middenconsole werden twee telefoons aangetroffen. Klager heeft in de onderhavige zaak om teruggave van één van deze telefoons van het merk Samsung verzocht. Ook werd in het plafond van de auto een plastic tasje met een sok en daarin €10.000 aan contanten aangetroffen, waarvan de zoon van de klager in de samenhangende zaak om teruggave heeft verzocht.

De Rechtbank heeft het klaagschrift, dat strekt tot teruggave van de op de voet van art. 94 Sv inbeslaggenomen mobiele telefoon aan de klager, ongegrond verklaard en heeft daartoe, voor zover voor de beoordeling van het middel van belang, het volgende overwogen:

Klager werd op 14 april 2016 aangehouden als verdachte van - onder meer - witwassen. Klager bestuurde een auto waarin, in het plafond een bedrag van €10.100 werd aangetroffen. De auto stond op naam van een ander, met antecedenten op het gebied van (zwaar) geweld. In het kader van dit onderzoek is op 15 april 2016 op de voet van artikel 94 Sv. de telefoon in beslag genomen, met als doel om de waarheid aan de dag te brengen. Op de kennisgeving van inbeslagneming is bij de telefoon aangetekend: ‘geen eigenaar bekend’, zodat klager niet als beslagene kan worden aangemerkt. Het Openbaar Ministerie heeft de telefoon na twee jaar vernietigd/onttrokken aan het verkeer. Binnen deze twee jaar is door klager nooit een klaagschrift ingediend.

In het onderhavig geval is sprake van een voorwerp dat volgens het Openbaar Ministerie diende om de waarheid aan de dag te brengen. Het onderzoek is afgerond zodat het strafvorderlijk belang zich niet langer verzet tegen opheffing van het beslag.

Aangezien hier sprake is van een klager die stelt eigenaar/rechthebbende van het voorwerp te zijn en om teruggave vraagt, maar tegen wie het strafrechtelijk onderzoek niet is gericht, dient de rechtbank als maatstaf aan te leggen of zich het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat klager als eigenaar/rechthebbende van het voorwerp moet worden aangemerkt en zo ja of zich de situatie als bedoeld in artikel 94a lid 4 of lid 5 Sv voordoet (vgl. HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654, rov. 2.15).

Nu klager niet als beslagene kan worden aangemerkt, zal de rechtbank moet vaststellen of hij redelijkerwijs als rechthebbende op het voorwerp kan worden aangemerkt. Voor de rechtbank is dit onvoldoende komen vast te staan. Behoudens de verklaring van klager is deze stelling niet met stukken onderbouwd. De rechtbank zal dan ook niet gelasten dat het voorwerp aan klager dient te worden teruggegeven, wat in dit geval een compensatie zou hebben betekend.

Het beklag zal dan ook ongegrond worden verklaard.”

Middel

Het middel komt op tegen de ongegrondverklaring van het klaagschrift.

Beoordeling Hoge Raad

In geval van een beklag van de beslagene tegen een op de voet van art. 94 Sv gelegd beslag dient de rechter a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. (Vgl. HR 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, rov. 2.8.)

Het middel bevat de klacht dat het oordeel van de Rechtbank dat de klager niet als beslagene kan worden aangemerkt onder wie de mobiele telefoon is inbeslaggenomen, niet zonder meer begrijpelijk is. De klacht slaagt. De enkele door de Rechtbank in aanmerking genomen omstandigheid dat volgens de desbetreffende kennisgeving “geen eigenaar bekend” is, kan dat oordeel niet dragen.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^