Kan worden gesproken van kansspelautomaten, waarop afzonderlijk wettelijke regime van Titel Va van Wok van toepassing is?
/Hoge Raad 2 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:157
De verdachte is bij arrest van 18 oktober 2019 door de economische kamer van het Gerechtshof Den Haag wegens ‘overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 1, eerste lid, onder a van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd’, veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf voor de duur van 80 uren, subsidiair 40 dagen hechtenis, met een proeftijd van 2 jaren.
Middel
De cassatiemiddelen komen in de kern op tegen het oordeel van het hof dat niet gesproken kan worden van ‘kansspelautomaten’, zodat artikel 1 lid 1, onder a, van de Wet op de Kansspelen (hierna ook: Wok) - en niet het in Titel Va van die wet bepaalde - van toepassing is.
Beoordeling Hoge Raad
Het hof heeft het bewezenverklaarde gekwalificeerd als “overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 1, eerste lid, onder a van de Wet op de kansspelen, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd”. Uit de bewijsvoering volgt dat in de bedrijfsruimte van de verdachte aanwezige computers werden gebruikt voor het afsluiten van weddenschappen op sportwedstrijden. Het hof heeft geoordeeld dat “in deze situatie niet kan worden gesproken van kansspelautomaten”. Dat oordeel, waarin ligt besloten dat de verdachte aldus - kort gezegd - gelegenheid heeft gegeven om te gokken als bedoeld in artikel 1 lid 1, onder a, Wok, maar dat geen sprake was van toestellen in de zin van artikel 30 Wok, te weten “ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces”, geeft mede in het licht van de genoemde wetsgeschiedenis niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is ook niet onbegrijpelijk.
De cassatiemiddelen falen.
Lees hier de volledige uitspraak.