Niet-ontvankelijk in hoger beroep vanwege aan volmacht klevende gebreken

Gerechtshof Amsterdam 24 oktober 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4257

Op grond van het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat er gebreken kleven aan de schriftelijke volmacht van de raadsman aan de griffiemedewerker tot het instellen van hoger beroep. Aan die volmacht worden bepaalde eisen gesteld – artikel 450 van het Wetboek van Strafvordering – tegen de achtergrond van de aanscherping van de wettelijke regeling voor het instellen van hoger beroep teneinde problemen met betrekking tot de betekening van appeldagvaardingen te voorkomen.

Aan de aan een dergelijke volmacht te stellen eisen wordt in dezen niet voldaan. Zo ontbreekt de mededeling dat de verdachte instemt met het door de griffiemedewerker aanstonds in ontvangst nemen van de oproeping voor de terechtzitting in hoger beroep en is bovendien namens de verdachte geen adres opgegeven voor de toezending van het afschrift van de appeldagvaarding (artikel 450, derde lid, Sv). Nu de verdachte noch een op de voet van artikel 279 Sv gemachtigd raadsman ter terechtzitting is verschenen, komt het hof dientengevolge tot niet-ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep.

Lees hier de volledige uitspraak.


Print Friendly and PDF ^