OM niet-ontvankelijk omdat aan verdachte is meegedeeld dat de zaak werd geseponeerd en zich daarna geen nieuwe feiten hebben voorgedaan die een herziening van de sepotbeslissing rechtvaardigen
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 2 oktober 2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6060
Niet bekend is waarvan de verdachte in deze zaak wordt verdacht.
De raadsman heeft het hof verzocht het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte te verklaren, omdat de officier van justitie bij brief van 12 mei 2023 aan verdachte heeft meegedeeld dat de zaak was geseponeerd, zich sindsdien geen novum heeft voorgedaan en verdachte er dus op mocht vertrouwen dat hij in deze zaak niet zou worden vervolgd.
De advocaat-generaal vindt dat het openbaar ministerie ontvankelijk is omdat er na 12 mei 2023 een proces-verbaal van bevindingen is opgemaakt over de van aangever ontvangen geluidsopnames en medeverdachte in juni 2023 is gehoord. Dit zijn nieuwe feiten en omstandigheden, zodat het openbaar ministerie alsnog tot vervolging kon overgaan, aldus de advocaat-generaal.
Het hof stelt vast dat bij brief van 12 mei 2023 aan verdachte is meegedeeld dat de zaak was geseponeerd. In de brief staat dat de zaak daarmee is afgedaan, tenzij de officier van justitie deze beslissing op grond van nieuwe feiten en omstandigheden moet herzien. Het hof oordeelt dat die er in de zaak tegen verdachte niet zijn geweest.
De aangever is op 2 mei 2023 op zijn verzoek aanvullend gehoord omdat hij nieuw bewijs had. Hij heeft toen een geluidsopname overhandigd en kort weergegeven wat er op deze geluidsopname te horen zou zijn. Dit was dus al bij het openbaar ministerie bekend voordat de brief op 12 mei 2023 is verzonden en kan daarom niet gelden als een nieuw feit. Het feit dat het openbaar ministerie kennelijk al op 30 maart 2023 intern had besloten de zaak tegen verdachte te seponeren maakt dit niet anders, nu deze beslissing pas op 12 mei 2023 (tien dagen na het aanvullende verhoor van de aangever en de ontvangst van de geluidopname) is verzonden.
Over deze geluidsopnames is pas op 10 augustus 2023 een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt. Dit proces-verbaal over de geluidsopname die de politie vóór de mededeling van de sepotbeslissing al in handen had en waarvan de strekking ook al bekend was, creëert geen novum dat herziening van de sepotbeslissing rechtvaardigt. Verder heeft medeverdachte zich bij zijn verhoor op zijn zwijgrecht beroepen. Dit verhoor heeft dus geen nieuwe feiten en omstandigheden opgeleverd die een herziening van de sepotbeslissing rechtvaardigen.
Aangezien er sinds de sepotmededeling geen novum is opgetreden, beroept verdachte zich terecht op het opgewekt vertrouwen dat hij niet zou worden vervolgd. Het hof is daarom van oordeel dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is in de vervolging.
Lees hier de volledige uitspraak.