Ontneming Paarlberg & Holleeder
/Gerechtshof Amsterdam 13 februari 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:448 en ECLI:NL:GHAMS:2018:447
Paarlberg moet ruim 24 miljoen euro aan de Staat betalen en Holleeder bijna 900.000 euro. Het gerechtshof Amsterdam heeft in de ontnemingszaken tegen hen uitspraak gedaan. De rechtbank Amsterdam bepaalde eerder dat Paarlberg ruim 25 miljoen euro aan de Staat moest betalen. De rechtbank Noord-Holland bepaalde eerder dat Holleeder bijna 18 miljoen euro aan de Staat moest voldoen, een bedrag dat het openbaar ministerie ook in hoger beroep had gevorderd.
Afpersing Endstra
In beide ontnemingsprocedures ging het vooral om de vraag wie feitelijk de beschikking heeft gekregen over de ruim 17 miljoen euro die was afgeperst van Willem Endstra. Het hof overweegt dat er vermoedens zijn dat dit geld uiteindelijk na een witwastraject via Paarlberg bij Holleeder terecht had moeten komen maar stelt tegelijk vast dat het nooit zover is gekomen. De betalingen door Endstra zijn rechtstreeks binnengekomen op rekeningen van (bedrijven van) Paarlberg, die vervolgens met een groot deel van deze gelden is gaan schuiven. Niet is gebleken dat Holleeder toegang tot deze rekeningen heeft gehad. Evenmin is gebleken van een vordering van Holleeder op Paarlberg waarmee het hof rekening zou moeten houden. Het hof gaat er vanuit dat het van Endstra afgeperste geld daadwerkelijk bij Paarlberg terecht is gekomen. Daarom ontneemt het hof het wederrechtelijk verkregen voordeel niet bij Holleeder maar alleen bij Paarlberg.
Paarlberg
Het door Paarlberg wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt volgens het hof ruim 24 miljoen euro. Dit bedrag bestaat naast de ruim 17 miljoen euro die is verkregen met de afpersing van Endstra uit de vruchten daarvan, het zogenaamde vervolgprofijt, en uit voordeel uit heling. Het hof heeft een lager bedrag dan de rechtbank bepaald omdat het minder vervolgprofijt vaststelt en een aftrek toepast in verband met de overschrijding van de redelijke termijn.
Holleeder
De bijna 9 ton euro die Holleeder aan de Staat moet betalen is gebaseerd op bedragen die onder meer van Kees Houtman zijn afgeperst. Het hof heeft ten aanzien van deze bedragen wél kunnen vaststellen dat Holleeder deze via tussenpersonen daadwerkelijk heeft ontvangen.
Lees hier de volledige uitspraken:
- Gerechtshof Amsterdam 13 februari 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:448
- Gerechtshof Amsterdam 13 februari 2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:447