Ontnemingsvordering 20 miljoen afgewezen

De rechtbank veroordeelde op 5 juli 2018 2 personen en 3 rechtspersonen voor medeplegen van verduistering van geld en/of medeplegen van witwassen. De officier van justitie vorderde een bedrag van 20 miljoen aan wederrechtelijk verkregen voordeel. De rechtbank wijst deze vordering af. Volgens de rechtbank is niet gebleken dat de (rechts)personen de beschikking hadden over dit geld en er financieel voordeel van hebben gehad.

​Achtergrond zaak

De rechtbank vond in 2018 bewezen dat een werknemer van de Belastingdienst onterecht een bedrag van 19,5 miljoen had overgemaakt naar de rekening van 1 van de rechtspersonen. Van dat bedrag is ruim een ton overgemaakt naar de rekening van 1 van de andere rechtspersonen. De rest van het bedrag werd overgemaakt naar 2 rekeningen in Turkije. Een deel van het geld is daar omgezet in goud.

Vordering officier van justitie

De officier van justitie diende een vordering van 20 miljoen in. De officier ging er daarbij vanuit dat het goud dat in Turkije met het geld was gekocht in waarde is vermeerderd. De vorderingen zijn op 10 maart 2021 op zitting behandeld. In een aantal zaken is een beroep gedaan op het ne bis in idem beginsel. Dat houdt in dit geval in dat het wederrechtelijk verkregen voordeel niet 2 keer (in Nederland en Turkije) kan worden ontnomen. De rechtbank oordeelt dat er in Turkije hierover geen beslissing is genomen en dat de officier de vorderingen mocht indienen.

​Ruim 1 ton in beslag genomen

De rechtbank stelt vast dat 1 rechtspersoon ruim een ton op de rekening kreeg bijgeschreven. Dat geld is in de strafprocedure in beslag genomen en bij vonnis van 5 juli 2018 verbeurd verklaard. Om die reden stelt de rechtbank de betalingsverplichting vast op 0 euro.

Geen financieel voordeel

De rechtbank oordeelt verder dat de 2 personen en 2 andere rechtspersonen geen voordeel hebben gehad. Uit het dossier blijkt namelijk niet dat de veroordeelden de beschikking hadden over het geld of dat zij daar financieel op vooruit zijn gegaan. Ook blijkt niet dat zij gemachtigd zijn op de (Turkse) rekeningen. Daarom wijst de rechtbank de vorderingen van de officier van justitie in deze zaken af.

Lees hier de volledige uitspraken:

Print Friendly and PDF ^