Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in 52 strafzaken
/De rechtbank Den Haag heeft het Openbaar Ministerie in 52 straf- en ontnemingszaken niet-ontvankelijk verklaard. Daarbij heeft de rechtbank gekeken naar de aard en ernst van de feiten, de omstandigheid dat er geen slachtoffers of benadeelde partijen zijn, de ouderdom van de zaken, de overschrijding van de redelijke termijn en de nog te verwachten duur van de berechting. Het niet langer voortzetten van de zaken is ook niet onverenigbaar met de beginselen van een goede procesorde. De rechtbank heeft elke zaak getoetst en ziet mede gelet op de terughoudendheid die in deze moet worden betracht, geen redenen om tot een ander oordeel te komen. De officier van justitie heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat met voortzetting van deze zaken niet langer enig strafrechtelijk belang wordt gediend.
Terughoudendheid
Rechterlijke toetsing van de manier waarop het Openbaar Ministerie omgaat met haar bevoegdheid tot vervolging over te gaan moet met de nodige terughoudendheid gebeuren. In beginsel dient de rechter de beleidsvrijheid van het Openbaar Ministerie te respecteren en met name de zienswijze ten aanzien van het belang bij een ingezette strafvervolging expliciet mee te wegen (HR 6 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX4280). Naar het oordeel van de rechtbank geldt een dergelijke terughoudendheid in de rechterlijke toetsing ook waar het gaat om de bevoegdheid tot voortzetting van strafzaken en ontnemingszaken.
Het standpunt van de officier van justitie, dat in elke zaak nader is gemotiveerd, komt er op neer dat er in de visie van het Openbaar Ministerie nu niet langer sprake is van enig in redelijkheid na te streven strafvorderlijk belang bij voortzetting van deze zaken. Er is dus sprake van een heroverweging met betrekking tot de opportuniteit van het voortzetten van deze strafzaken en ontnemingszaken. Deze is volgens het Openbaar Ministerie nu niet langer aanwezig en zowel de belangen van de samenleving als van de verdachten en betrokkenen zijn gebaat bij een afdoening zoals voorgesteld.
Op verzoek van de officier van justitie en de raadsman van betrokkene is een zaak aangehouden. De behandeling van die zaak vindt opnieuw plaats op 23 januari 2023.