Overtreding Sanctiewet 1977: verdachte heeft met mededaders luchtvaartonderdelen via omzeilingsroutes aan een bedrijf in Rusland geleverd
/Rechtbank Rotterdam 22 november 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:11674
De verdachte heeft samen met zijn mededaders zich schuldig gemaakt aan het overtreden van de Europese Sanctiewetgeving en heeft ook met zijn mededaders bewust en opzettelijk deelgenomen aan activiteiten die tot doel hebben om de verbodsbepalingen van de Europese Unie te omzeilen door gesanctioneerde luchtvaartonderdelen via nieuwe omzeilingsroutes op een slinkse wijze te leveren aan een Russisch bedrijf in Rusland. Daarbij gaat het niet alleen om handelsverboden voor militaire goederen, maar ook om andere handelsbeperkingen, zoals het verbod op de levering van goederen ten behoeve van de burgerluchtvaart.
De verdachte heeft puur vanuit economisch gewin het bovengenoemde doel en de strekking van de Europese sancties ernstig ondergraven.
Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan overtreding van de Wet wapens en munitie door het overdragen van 7 patroonmagazijnen aan de medeverdachte.
Patroonmagazijnen zijn onderdelen van wezenlijke aard die specifiek bestemd zijn voor vuurwapens.
Tevens heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan verduistering van munitie die hij onder zich had uit hoofde van zijn dienstbetrekking bij Defensie. Hij heeft munitie vanaf de kazerne mee naar huis genomen en heeft de munitie verborgen op de zolder van zijn woning. De verdachte heeft hiermee misbruik gemaakt van zijn positie bij Defensie en heeft het in hem gestelde vertrouwen door zijn werkgever geschaad.
Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan valsheid in geschrift door het sturen van valse en vervalste stukken naar de ABN AMRO Bank en HBSC-Bank. De verdachte deed bij de ABN AMRO Bank voorkomen dat er een substantieel bedrag zou zijn gestort op de bankrekening van [naam eenmanszaak] . Bij de HBSC-bank wilde de verdachte met vervalste bankafschriften en vervalste balans een bankrekening openen. De verdachte heeft met zijn handelen het vertrouwen dat in het maatschappelijk verkeer moet kunnen worden gesteld in de juistheid van schriftelijke stukken met een bewijsbestemming ernstig geschaad.
Bewezenverklaring
Feit 1: het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
Feit 2: het medeplegen van een overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikelen 2 en 3 van de Sanctiewet 1977, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd;
Feit 3: handelen in strijd met artikel 31 van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
onder parketnummer 83-056727-24:
Feit 4: verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking onder zich heeft;
Feit 5: opzettelijk gebruik maken van een vals en vervalst geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van strafrecht, als ware het echt en onvervalst en opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en overvalt, meermalen gepleegd.
Strafoplegging
Gevangenisstraf van 300 (driehonderd) dagen, waarvan 195 voorwaardelijk met een
Taakstraf van 240 uur.
Lees hier de volledige uitspraak.