Raadsman heeft één schriftuur ingediend voor straf- en ontnemingszaak: bevat schriftuur in ontnemingszaak cassatiemiddel a.b.i. de wet?
/Hoge Raad 15 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:846
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft het door de Betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op een bedrag van €171.659,46 en de verplichting tot betaling aan de staat op nihil gesteld.
Beoordeling Hoge Raad
Als cassatierechter onderzoekt de Hoge Raad alleen cassatiemiddelen (klachten) als in de wet bedoeld. Als een zodanig cassatiemiddel kan alleen gelden een stellige en duidelijke klacht over de schending van een bepaalde rechtsregel en/of het verzuim van een toepasselijk vormvoorschrift door de rechter die de bestreden uitspraak heeft gewezen. De schriftuur voldoet niet aan dit vereiste, zodat deze onbesproken moet blijven.
De schriftuur strekt immers slechts tot vernietiging van de bestreden uitspraak in de ontnemingszaak voor het geval dat de cassatiemiddelen in de hoofdzaak gegrond zouden worden bevonden. Daarbij verdient nog opmerking dat op grond van artikel 6:1:16 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering een uitspraak op een vordering van het openbaar ministerie tot oplegging van de verplichting een geldbedrag aan de staat te betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel pas kan worden tenuitvoergelegd nadat de veroordeling als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht onherroepelijk is geworden. Verder vervalt op grond van artikel 511i Sv een uitspraak op een vordering van het openbaar ministerie als bedoeld in artikel 36e Sr van rechtswege doordat en voor zover de uitspraak als gevolg waarvan de veroordeling van de verdachte als bedoeld in artikel 36e Sr achterwege blijft, in kracht van gewijsde gaat (vgl. HR 14 april 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1016).
Nu de Betrokkene niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur met cassatiemiddelen heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van artikel 437 lid 2 in samenhang met artikel 511h Sv. Dat brengt mee dat de Hoge Raad het cassatieberoep niet in behandeling kan nemen.
Lees hier de volledige uitspraak.