Rechter zet streep door boete voor hogeschool na ongeval circusartiest
/Rechtbank Oost-Brabant 30 maart 2020, ECLI:NL:RBOBR:2020:1823
De stichting Fontys hoeft een boete van 27.000 euro voor een ongeval van een circusartiest in opleiding niet te betalen. Dat bepaalt de rechtbank Oost-Brabant vandaag. De stichting deed er voldoende aan om de studente te beschermen tegen een val.
De stichting Fontys heeft onder meer een Hogeschool voor de Kunsten in Tilburg waar circusartiesten worden opgeleid. Eén van de disciplines die worden beoefend is 'rope', een discipline op grote hoogte. In november 2017 voerde een studente haar examenopdracht uit: een zogeheten banddoekact. Aan het eind van de opdracht viel ze naar beneden en raakte daarbij gewond aan haar knie, kaak en gebit. Ze moest hiervoor in het ziekenhuis worden behandeld.
Na een onderzoek naar de toedracht van het ongeval, legde de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in december 2018 een boete van 27.000 euro op aan de stichting. Zij stapte naar de rechter.
De standpunten
De staatssecretaris stelt dat de stichting een aantal artikelen van de Arbowet overtrad en meer had moeten doen dan alleen een werkprocedure volgen. Ook zou de valmat onder de banddoek te klein en te dun zijn geweest: de mat was 2 bij 3 meter en zo'n 25 centimeter dik.
Volgens de stichting is er geen sprake van overtreding van de Arbowet. Er waren namelijk voldoende maatregelen getroffen in de vorm van werkprocedures: die procedure bestond uit repeteren en oefenen. De studente legde haar opdracht voor aan haar begeleider en heeft vervolgens zeer uitgebreid gerepeteerd. Dit zou volgens de Arbowet voldoende zijn als oplossing voor valbescherming, stelt de stichting. De stichting wijst er verder op dat bij de examenopdracht van het slachtoffer, afscherming door hekwerken of vangnetten niet mogelijk was en dat een valharnas juist voor een groter risico op letsel zorgt. De mat die bij de opdracht is gebruikt, is volgens de stichting de breedste en dikste mat die verkrijgbaar is en die standaard wordt gebruikt door alle professionele Europese circusopleidingen. Het voorstel van de staatssecretaris om meerdere matten tegen elkaar te schuiven, levert volgens de stichting juist een risico op van verzwikte enkels, struikelen of terechtkomen tussen de kieren.
Het oordeel
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris de Arbowet onjuist heeft geïnterpreteerd. Het gaat in dit geval immers om een banddoekenact. Bij dergelijke acts is het juist zo dat met een werkprocedure het risico op valgevaar zodanig klein wordt gemaakt dat het ontbreken van een valbescherming aanvaardbaar wordt geacht. De werkprocedure van de stichting was bovendien afdoende. De studente werkte al voordat zij aan de opleiding begon als professioneel luchtacrobaat. De door haar bedachte examenopdracht was vergelijkbaar met de verrichtingen die zij al in de praktijk uitvoerde zonder extra veiligheids- of beschermingsmiddelen. Zij was dus geen onervaren student. De artiest heeft de goedgekeurde examenopdracht 3 weken uitgebreid gerepeteerd door de bewegingen steeds weer te herhalen. Ze mocht haar examenopdracht pas opvoeren nadat zij had laten zien aan haar docent dat zij die volledig beheerste en daarop uitvoerig was getest tijdens repetities. Bovendien volgde de studente alle veiligheidslessen die in de opleiding worden gegeven en werd er tijdens de examenopdracht toezicht gehouden door haar docent. Ook lag er een mat onder de banddoeken.
Al met al oordeelt de rechtbank dat de stichting de studente voldoende heeft beschermd tegen het valgevaar. Het ongeval is volgens de rechtbank een gevolg van een ongelukkige samenloop van omstandigheden. De staatssecretaris oordeelt dus onterecht dat de stichting de Arbowet heeft overtreden en had geen boete mogen opleggen. Daarom zet de rechtbank een streep door die boete.
Lees hier de volledige uitspraak.