Schending art. 2 EVRM vanwege onvoldoende onderzoek naar strafbare feiten

EHRM 31 augustus 2021, ECLI:CE:ECHR:2021:0831JUD004270511 (Estemirova t. Rusland)

Klaagster is Svetlana Khusainovna Estemirova, de zus van Natalia Estemirova: een bekende Russische mensenrechtenactiviste die in juli 2009 werd ontvoerd en doodgeschoten. Er is een onderzoek gestart naar het overlijden van Estemirova. Tijdens het onderzoek is onder meer gekeken naar de mogelijke betrokkenheid van een gewapende groep alsook die van overheidsagenten.

Alkhazur Bashayev, een lid van de illegaal gewapende groep genaamd Shalazhi Jamaat, is naar aanleiding van het onderzoek aangewezen als dader. De arrestatie van Bashayev werd bevolen, maar hij kon niet worden aangehouden, omdat zijn verblijfplaats onbekend was.

Het onderzoek naar het overlijden van Estemirova bestond uit een onderzoek op het plaats delict, een autopsie, een reconstructie van de route van de dader, inbeslagname van vuurwapens, getuigenverhoren en een huiszoeking van Bashayev zijn woning en een auto die geplaatst kon worden bij het plaats delict.

Klaagster doet voor het EHRM een beroep op artikel 2 EVRM en stelt dat de Russische overheid tekort is geschoten in de naleving van zijn verplichtingen ten aanzien van de moord op haar zus en het onderzoek daarnaar. Klaagster stelt dat de overheid niet alle mogelijke opties met betrekking tot de moord van haar zus voldoende heeft onderzocht. Zo is de ontvoering door overheidsagenten enkel benoemd en niet verder verkend, ondanks dat er meerdere verklaringen waren van omstanders die militairen en politieagenten hebben gezien toen Estemirova werd ontvoerd. Daarnaast kon de overheid bepaalde tegenstrijdigheden in het deskundigenbewijs niet verklaren. Het is nog altijd onduidelijk waarom er geen DNA van Bashayev op het lichaam van Estemirova is gevonden. Ook stond Bashayev niet geregistreerd als eigenaar van de betrokken auto en kwamen de gevonden kogelhulzen niet overeen met het wapen dat Bashayev volgens het onderzoek zou hebben gebruikt.

Het EHRM ziet dat er parallellen zijn met soortgelijke zaken uit Rusland, zoals die van Anna Politkovskaja en Oleg Orlov. Echter heeft klaagster onvoldoende aangetoond dat er sprake was van een prima facie geval van ontvoering door overheidsagenten. Het Hof merkt op dat het merendeel van het bewijs aangedragen door klaagster van horen zeggen is en dat er geen andere aanwijzingen zijn om aan te nemen dat overheidsagenten betrokken zijn geweest bij de ontvoering. Het EHRM oordeelt dat de overheid niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor de moord op Estemirova.

Wat betreft het onderzoek merkt het EHRM op dat de regering een groot deel van het onderzoeksdossier niet aan het EHRM heeft overgelegd. Uit de documenten die wel beschikbaar zijn gesteld, concludeert het EHRM dat de autoriteiten snel een onderzoek hebben ingesteld. Dezelfde documenten zorgen bij het EHRM voor twijfels met betrekking tot de grondigheid van het ingestelde onderzoek. De eerder genoemde tegenstrijdigheden in het bewijs werden in het dossier niet uitgelegd en lijken niet verder onderzocht te zijn. Gezien de tekortkomingen in het bewijs en het falen van de overheid om het gehele onderzoeksdossier te overleggen, kan het EHRM niet vaststellen dat het onderzoek naar behoren is verricht.

Het EHRM acht artikel 2 EVRM geschonden nu niet kan worden aangetoond dat het onderzoek naar de ontvoering en de moord op Estemirova voldoet aan de normen gesteld in het EVRM. Daarnaast stelt het Hof vast dat ook artikel 38 EVRM is geschonden, omdat niet het gehele strafdossier is overgelegd. Het EHRM oordeelt op grond van artikel 46 EVRM dat de regering onderzoek moet blijven doen naar de omstandigheden van de ontvoering en de moord, om op die manier de daders te identificeren en waar mogelijk te bestraffen

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^