Secretaresse verzoekt strafgriffie hoger beroep in te trekken. Half uur later verzoek dit als ongelezen te beschouwen en akte intrekking te vernietigen. Wel / geen rechtsgeldige intrekking?
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21 januari 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:623
Het hof heeft geconstateerd dat op 12 november 2019 te 9:51 uur namens de raadsvrouw per fax een brief is gestuurd aan de strafgriffie van dit hof. In de brief is verzocht om het hoger beroep in de onderhavige zaak in te trekken. De brief is ondertekend in opdracht van de raadsvrouw. De strafgriffie van het hof heeft dit verzoek op 12 november 2019 te 10:08 uur per e-mail doorgezonden aan de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, met het verzoek om een akte intrekking op te maken. De griffier van de rechtbank Midden-Nederland heeft op 12 november 2019 een akte intrekken hoger beroep opgemaakt.
Bij e-mailbericht van 12 november 2019 te 10:33 uur heeft de secretaresse van de raadsvrouw het hof gevraagd om het faxbericht van diezelfde dag te 9:51 uur als ongelezen te beschouwen en de akte intrekking te vernietigen.
Op 12 november 2019 te 10:40 uur is de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep van de onderhavige zaak aangevangen. Gelet op de inhoud van het proces-verbaal van deze zitting was de strafkamer van het hof pas nadien op de hoogte geraakt van het verzoek tot intrekking van het hoger beroep.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van een rechtsgeldige intrekking van het hoger beroep. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat de secretaresse niet in haar opdracht heeft gehandeld, dat zij het faxbericht van 12 november 2019, 9:51 uur, niet heeft gezien en ook niet zelf heeft ondertekend en dat dus geen sprake is geweest van een schriftelijke volmacht namens de advocate.
Voorts heeft de raadsvrouw erop gewezen dat één en ander is hersteld door de e-mail van 12 november 2019 te 10:33 uur. Overigens was op 12 november 2019 door de verdachte ter zitting genoegzaam duidelijk gemaakt dat er prijs gesteld werd op een behandeling in hoger beroep, aldus de raadsvrouw.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat sprake is geweest van een rechtsgeldige intrekking van het hoger beroep.
Het hof heeft voor de beantwoording van de vraag, of sprake is geweest van een rechtsgeldige intrekking van het hoger beroep, gelet op het bepaalde in de artikelen 453 en 454 van het Wetboek van Strafvordering.
Intrekking van het hoger beroep geschiedt door het afleggen van een verklaring op de griffie van het gerecht waar het rechtsmiddel is ingediend. Het faxbericht van 12 november 2019 te 9:51 uur is weliswaar gestuurd aan de strafgriffie van het gerechtshof, maar dit faxbericht is om 10:08 uur doorgezonden aan de griffie van de rechtbank Midden-Nederland. De griffier van de rechtbank Midden-Nederland heeft hierop een akte intrekking hoger beroep opgemaakt.
Het faxbericht van 12 november 2019 te 9:51 uur wekte geen enkele twijfel over de bedoeling van de schrijver van dit faxbericht. In deze brief waren immers de gegevens van de zaak correct vermeld en werden zelfs gekoppeld aan de pro forma behandeling die op deze ochtend stond gepland bij het hof. Het hof is van oordeel dat het faxbericht voldoet aan de wettelijke eisen die worden gesteld aan een schriftelijke volmacht voor het intrekken van het hoger beroep. Dat deze schriftelijke volmacht is ondertekend door de secretaresse in opdracht van de advocaat maakt dit niet anders. Het hof wijst erop dat, gelet op wat in het rechtsverkeer gebruikelijk is, erop moet en mocht worden vertrouwd dat een secretaresse in opdracht van en namens de advocaat handelingen verricht.
Er is gevolg gegeven aan de schriftelijke volmacht tot het intrekken van het hoger beroep en naar het oordeel van het hof is daarmee sprake van een rechtsgeldige intrekking van het rechtsmiddel. Het hof heeft daarbij ook gelet op het bepaalde in de artikelen 450 en 451 van het Wetboek van Strafvordering.
Wat er na de ontvangst van de volmacht is gebeurd maakt een en ander niet anders. De intrekking is gedaan volgens de wettelijke regeling en deze schrijft immers niet voor dat die intrekking de rechter tijdig moet hebben bereikt. De jurisprudentie daarover ziet op gevallen waarin de intrekking niet tijdig dan wel niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden en waarin met name aan de orde is of het hoger beroep is ingetrokken of dat gevolg moet worden gegeven aan artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Intrekken van het hoger beroep houdt tevens in dat afstand wordt gedaan van de bevoegdheid om het rechtsmiddel opnieuw aan te wenden. Een intrekking kan zodoende niet ongedaan worden gemaakt.
Het hof verstaat dat het namens de verdachte ingestelde hoger beroep is ingetrokken.
Lees hier de volledige uitspraak.