Slachtoffer brandstichting verzoekt (enkel) vergoeding kosten bijwonen zitting. Rb wijst af: keuze om te komen dus niet noodzakelijk.
/Rechtbank Gelderland 21 januari 2020, ECLI:NL:RBGEL:2020:268
Een minderjarige bekennende verdachte is veroordeeld voor diverse brandstichtingen. Hierdoor is gevaar voor goederen en/of personen ontstaan. De rechtbank heeft verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke PIJ-maatregel (maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) met een proeftijd van twee jaar en jeugddetentie.
De benadeelde partij benadeelde partij 1 heeft zich in het strafproces gevoegd ter verkrijging van schadevergoeding ter zake van het onder 2 bewezenverklaarde feit. Gevorderd wordt een bedrag van €232,88 aan proceskosten, bestaande uit compensatie verlofuren, reiskosten en parkeerkosten.
De rechtbank constateert dat de benadeelde partij alleen proceskosten heeft gevorderd. De materiële schade is reeds door de verzekering vergoed.
De rechtbank stelt voorop dat de benadeelde partij het recht heeft om bij de behandeling van de strafzaak aanwezig te zijn. Dat de benadeelde partij bij deze strafzaak aanwezig was, is een keuze geweest. Omdat er geen vordering is ingediend, was de aanwezigheid ter zitting niet noodzakelijk. De mogelijkheid van vergoeding van de proceskosten is voor die gevallen bedoeld dat een benadeelde partij zijn vordering wenst toe te lichten. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank de vordering geheel afwijzen.
Lees hier de volledige uitspraak.