Toewijzing beklag ex artikel 12 Sv: feiten en omstandigheden dermate complex dat een inhoudelijke beoordeling door de strafrechter op zijn plaats is
/Gerechtshof Amsterdam 24 februari 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:582
Op 22 oktober 2019 pasten beklaagden (grootouders vaderszijde) op de ruim 8,5 maanden oude slachtoffer, het zoontje van klaagster (de moeder) en naam 3 (de vader). Op enig moment heeft beklaagde sub 2 slachtoffer aan de salontafel bij beklaagde sub 1, die daar dichtbij in een stoel zat, gezet. Slachtoffer kon net een beetje staan. De herdershond van beklaagden heeft slachtoffer kort daarna in zijn hoofdje gebeten. Slachtoffer is twee dagen later als gevolg hiervan overleden.
Klaagster is van mening dat slachtoffer dood aan de schuld van beklaagden is te wijten.
Voor de weergave van de overige feitelijke uitgangspunten die van belang zijn voor de beoordeling verwijst het hof naar de inhoud van het verslag en het politiedossier.
Beoordelingskader
Het hof heeft te beoordelen of de strafrechter die over deze zaak zou moeten oordelen – al dan niet na nader onderzoek – tot een veroordeling voor enig strafbaar feit kan komen. Daarnaast moet het hof beoordelen of er, gelet op alle omstandigheden, voldoende belang is bij het alsnog instellen van strafrechtelijke vervolging. Indien het antwoord op beide vragen bevestigend luidt, zal een bevel tot vervolging worden gegeven.
Artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht stelt strafbaar degene aan wiens schuld de dood van een ander te wijten valt. Onder schuld wordt verstaan aanmerkelijke onachtzaamheid, onvoorzichtigheid of onoplettendheid.
De overwegingen van het hof
Het hof is van oordeel dat de feiten en omstandigheden in deze zaak dermate complex zijn, dat een inhoudelijke beoordeling door de strafrechter van deze zaak op zijn plaats is. Het is bij uitstek deze rechter die de afweging kan maken of er sprake is van een strafbaar feit waarvoor beklaagden moeten worden veroordeeld.
In deze zaak gaat het om een beschuldiging van dood door schuld. Gelet op het door artikel 307 Sr beschermde belang, te weten het menselijk leven, is er voldoende algemeen belang bij het alsnog instellen van een stafrechtelijke vervolging, te meer omdat het slachtoffer in deze zaak een heel jong kind betreft.
Het hof geeft het openbaar ministerie in overweging zorg te dragen voor een spoedige behandeling van de zaak, gelet op het belang dat alle betrokkenen hebben bij een vervolging binnen een afzienbare tijd.
Het hof beslist als volgt.
Het hof beveelt de officier van justitie om beklaagde 1 en beklaagde 2 te vervolgen ter zake van het feit waarop het beklag betrekking heeft.
Lees hier de volledige uitspraak.