Tot 4 jaar gevangenisstraf voor grootschalige en internationale boilerroomfraude

De rechtbank Noord-Holland heeft op 1 mei 2020 uitspraken gedaan in de megazaak met de naam Zevenblad. Deze zaak had betrekking op een onderzoek van de FIOD – verricht onder leiding van het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie – naar grootschalige en internationale boilerroomfraude (‘een vorm van oplichting door een frauduleuze (beleggings-)organisatie waarbij de klant onder het voorwendsel van een mooie belegging geld wordt afgetroggeld’), gepleegd in de periode van 2004 tot in het najaar van 2013.

Gedurende dit onderzoek heeft de FIOD veel personen gehoord: getuigen en verdachten. Ook zijn grote hoeveelheden aan documenten onderzocht. Daarnaast zijn diverse doorzoekingen gedaan en zijn er ruim vijftig rechtshulpverzoeken aan verschillende landen toegezonden om ook daar relevante informatie te verzamelen.

Nadat de FIOD het einddossier had ingeleverd – in totaal ongeveer 25.000 pagina’s – hebben de rechters-commissarissen van de rechtbank, op verzoek van de verdediging, in de jaren 2017-2019 nog (aanvullende) onderzoekshandelingen verricht, met name het horen van getuigen, ook in het buitenland. Uiteindelijk is de zaak in de maanden februari en maart 2020 inhoudelijk op de zitting behandeld. De rechtbank had hiervoor zeventien zittingsdagen uitgetrokken.

Verschillende boilerrooms (en criminele organisaties)

De rechtbank is op basis van het dossier en het onderzoek op de zitting tot de conclusie gekomen dat wettig en overtuigend is bewezen dat (achtereenvolgens) vijf verschillende boilerrooms actief zijn geweest.

Vanuit deze, door de rechtbank als criminele organisaties aangemerkte boilerrooms zijn in het bijzonder veel Nederlandse beleggers opgelicht voor (zeer) grote geldbedragen. Dat gebeurde bij de verkoop aan hen van financiële (beleggings)producten, zoals aandelen, obligaties en vrijwillige CO2 emissierechten. Bij die verkoop werd aan de meeste beleggers een valse voorstelling van zaken voorgespiegeld – een zogenoemd samenweefsel van verdichtsels – dat hen ertoe overhaalde tot de aankoop van het product over te gaan. Zo werd bijvoorbeeld meegedeeld dat sprake was van een uitgifte (emissie) van aandelen, terwijl in werkelijkheid sprake was van verkoop van aandelen van een bestaande aandeelhouder. Een ander voorbeeld is dat beleggers werd voorgehouden dat hun inleg volledig of grotendeels zou worden besteed aan de aankoop van het product, terwijl in werkelijkheid 50% of meer van hun inleg in handen zou komen van de betrokken verdachten.

De boilerrooms (criminele organisaties) hielden zich, naast het plegen van oplichting, in de meeste gevallen ook bezig met het plegen van valsheid in geschrifte, onder andere in verkoopbrochures. Daarnaast was in sommige gevallen ook het opzettelijk overtreden van de Wet financieel toezicht (Wft), door opzettelijk zonder de vereiste vergunning te handelen, onderdeel van het oogmerk van de criminele organisatie.

Acht verdachten – uitkomsten

In totaal stonden acht verdachten voor de rechtbank terecht. Ten aanzien van vijf verdachten is de rechtbank tot het bewijs gekomen dat zij aan één of meer van de boilerrooms hebben deelgenomen en zich in dat kader ook zelf schuldig hebben gemaakt aan het medeplegen van strafbare feiten.

Lex V.
De rechtbank acht bewezen dat de hoofdverdachte Lex V. als leider heeft deelgenomen aan vier boilerrooms. Van betrokkenheid bij één boilerroom is hij vrijgesproken. De rechtbank heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar. Dit is gelijk aan de eis van de officieren van justitie.

Marc van D.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte Marc van D. heeft deelgenomen aan drie boilerrooms. De rechtbank heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 32 maanden; vier maanden minder dan tegen hem was geëist.

Rabih F.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte Rabih F. heeft deelgenomen aan drie boilerrooms. Van betrokkenheid bij één boilerroom is hij vrijgesproken. De rechtbank heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden; zes maanden minder dan tegen hem was geëist.

Daan K.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte Daan K. heeft deelgenomen aan één boilerroom, de laatste, die in 2013 door de FIOD is ontmanteld. Hoewel niet aan hem ten laste was gelegd, beschouwt de rechtbank hem als een van de leiders van deze boilerroom. De rechtbank heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden; twee maanden meer dan tegen hem was geëist.

Robert S.
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte Robert S. heeft deelgenomen aan één boilerroom. Hoewel de duur van zijn deelname beperkt was tot een paar weken en hij ook een relatief beperkte rol had, heeft de rechtbank hem een zwaardere straf gegeven dan de 100 uur taakstraf die tegen hem was geëist. Gelet op de omvang van de mede door hem aangerichte schade en om de ernst van de feiten te benadrukken, heeft de rechtbank hem veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk en een taakstraf van 150 uur.

Leon L.
De verdachte Leon L. is door de rechtbank vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie en het medeplegen van oplichting en valsheid in geschrifte. Wel is deze verdachte veroordeeld voor het overtreden van de Wft. De rechtbank heeft hem veroordeeld tot een taakstraf van 30 uur voorwaardelijk.

John H.
De verdachte John H. is door de rechtbank volledig vrijgesproken. Hij stond terecht voor het medeplegen van oplichting en valsheid in geschrifte in het kader van de laatste boilerroom. De rechtbank acht die feiten echter niet wettig en overtuigend bewezen.

Walter F.
Dit laatste geldt ook voor de verdachte Walter F. Deze verdachte stond echter ook terecht voor het opzettelijk aanwezig hebben van (handels-)hoeveelheden cocaïne en MDMA die bij de doorzoekingen van zijn garageboxen in 2013 zijn aangetroffen. De rechtbank heeft hem hiervoor veroordeeld tot een gevangenisstraf van 28 maanden, fors meer dan tegen hem was geëist.

Schending redelijke termijn

Bij de straftoemeting heeft de rechtbank in het bijzonder in aanmerking genomen dat als gevolg van het handelen van de verdachten vele beleggers ernstig zijn gedupeerd. In sommige gevallen zijn de slachtoffers daardoor al hun spaargeld of hun pensioenvoorziening kwijtgeraakt. De totale financiële schade loopt in de miljoenen euro’s. Verder heeft het handelen van verdachten ook diverse andere negatieve gevolgen gehad voor de slachtoffers en heeft het hun vertrouwen in de medemens geschaad. Bovendien hebben verdachten het vertrouwen geschonden dat men in het algemeen moet kunnen stellen in (verkopers van) financiële producten en het financiële handelsverkeer.

Vanwege de schending van de redelijke termijn heeft de rechtbank de straf gematigd. Als uitgangspunt geldt in Nederland dat een strafzaak binnen twee jaar moet zijn afgedaan. Gelet op de omvang en de aard van het onderzoek Zevenblad heeft de rechtbank echter geoordeeld dat in deze megazaak een afdoening binnen vijf jaar redelijk zou zijn geweest. Helaas is dat niet gelukt.

Toewijzing vorderingen benadeelde partijen tot ruim 4 miljoen euro

Ruim veertig slachtoffers hadden zich als benadeelde partij gesteld en schadevergoeding gevorderd. De rechtbank heeft, op (kort gezegd) twee boilerrooms na, deze vorderingen voor het grootste deel toegewezen. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende vast komen te staan dat de benadeelde partijen schade hebben geleden en is vergoeding van die schade op zijn plaats. In totaal gaat het om een bedrag van ruim 4 miljoen euro.

Uitspraken

Print Friendly and PDF ^