Uitgebreide conclusie AG over vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek (art. 359a Sv)
/Parket bij de Hoge Raad 30 juni 2020, ECLI:NL:PHR:2020:655
AG Bleichrodt heeft een conclusie gewezen over vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek als bedoeld in art. 359a Sv. De AG wijdt algemene beschouwingen aan het beoordelingskader ter zake van art. 359a Sv. Ingegaan wordt onder meer op de grondslagen voor toepassing van art. 359a Sv, de verhouding tussen de wetgever, de Hoge Raad en de feitenrechter, op de toegangsdrempels ‘bij het voorbereidend onderzoek’ en ‘onherstelbaarheid’, de maatstaven voor elk van de in art. 359a Sv voorziene rechtsgevolgen en op de stel- en motiveringsplicht ter zake van 359a-verweren. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
Het algemeen deel van deze conclusie is als volgt opgebouwd. Eerst komt het juridisch kader aan bod: de wetsgeschiedenis, de huidige stand van de rechtspraak en de plannen in dit verband in het kader van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. Vervolgens gaat de AG nader ingaan op de aanleidingen tot een heroriëntatie. Daarop volgt een beschrijving van de grondslagen voor het verbinden van rechtsgevolgen aan vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek en een bespiegeling over de rolverdeling in dit verband tussen de wetgever, de Hoge Raad en de feitenrechter. Daarna zullen verschillende facetten uit de rechtspraak worden belicht, waaronder de toegangsdrempels dat de vormverzuimen hebben plaatsgevonden bij het voorbereidend onderzoek en onherstelbaar zijn. Vervolgens komen de maatstaven voor de toepassing van de afzonderlijke in art. 359a Sv voorziene rechtsgevolgen, mede in hun onderlinge samenhang bezien, aan bod. Daarbij zal het accent liggen op bespreking van de voorwaarden voor het niet-ontvankelijk verklaren van het openbaar ministerie in de vervolging en voor de toepassing van bewijsuitsluiting. De in 2013 aanvaarde categorie van het structurele vormverzuim als grond voor bewijsuitsluiting verdient in dat verband nadere aandacht. Ook de wisselwerking tussen de onderbouwing van verweren en de motivering van de beslissingen op de verweren stelt hij aan de orde. Ten slotte maakt hij de balans op en geeft hij op onderdelen een aanzet tot een accentverschuiving.
Lees hier de volledige conclusie.