Verdachte heeft gevaren zonder operationeel automatisch identificatiesysteem: verwerping AVAS-verweer
/Gerechtshof Amsterdam 25 november 2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:4240
De verdachte heeft op de Noordzee gevaren zonder dat zijn automatisch identificatiesysteem (AIS) volledig operationeel was.
Beroep op “afwezigheid van alle schuld”
De raadsvrouw heeft betoogd dat de verdachte alles heeft gedaan om het automatisch identificatiesysteem (hierna: AIS) operationeel te houden, zodat hem een beroep op afwezigheid van alle schuld (AVAS) toekomt. Het hof begrijpt dit verweer zo dat de verdediging zich op het standpunt stelt dat een geslaagd beroep op AVAS ertoe dient te leiden dat verdachte moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
Het hof overweegt als volgt.
Op 7 januari 2017 heeft de kustwacht geconstateerd dat het schip van de verdachte, dat zich op de Noordzee bevond, geen AIS signaal afgaf. Uit zijn verklaring blijkt dat de verdachte een dag eerder, op 6 januari 2017, wist dat het systeem niet naar behoren functioneerde. De verdachte heeft toen de keuze gemaakt op zee te blijven en niet terug te keren naar de haven om het systeem te laten controleren. Daarom is het hof van oordeel dat hij er niet alles aan heeft gedaan om het AIS operationeel te houden, zodat het beroep op AVAS niet slaagt. Dat hij – volgens de raadsvrouw – op 6 januari 2017 het systeem heeft gereset, maakt dit niet anders. Niet is gebleken dat gecontroleerd en vastgesteld is dat het AIS – na gereset te zijn - naar behoren functioneerde. De verdachte mocht er niet op vertrouwen dat het enkele resetten voldoende zou zijn.
Strafoplegging
Veroordeelt de verdachte tot een geldboete van €500 (vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 10 (tien) dagen hechtenis.
Bepaalt dat de geldboete niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Lees hier de volledige uitspraak.