Verdachte heeft nagelaten een lekkage in een afvalwatertank zo spoedig mogelijk te melden

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 4 mei 2021, ECLI:NL:GHSHE:2021:1631

Op 22 augustus 2017 is in het influent van rioolwaterzuiveringsinstallatie Hapert een verhoogde geleidbaarheid (EGV-waarde) gemeten. Het zuiveringsproces van de rioolwaterzuiveringsinstallatie is dusdanig verstoord geraakt dat tijdelijk de inname gestaakt moest worden. Uit vervolgonderzoek bleek dat de verontreinigende stoffen met in ieder geval een sterk verhoogde EGV-waarde afkomstig waren van het bedrijfsterrein van de verdachte en in het nabijgelegen regenwaterriool terecht waren gekomen

Het hof acht bewezen dat de verdachte heeft nagelaten om een lekkage in een afvalwatertank zo spoedig mogelijk te melden bij de milieuklachtencentrale van de Provincie Noord-Brabant, maar niet dat de verdachte dit met opzet heeft gedaan. De verdachte is voor dit feit schuldig verklaard zonder strafoplegging. Voorts heeft de verdachte in strijd met een vergunningsvoorschrift bedrijfsafvalwater in het riool gebracht. Hiervoor is een geldboete opgelegd.

De verdachte was verantwoordelijk voor een goede werking van haar inrichting. In dit geval bleken verschillende onderdelen niet goed te werken, welke omstandigheden ertoe hebben geleid dat er een overstroming van de tank heeft plaatsgevonden en er verontreinigd bedrijfsafvalwater in het riool is terechtgekomen, waardoor het zuiveringsproces werd belemmerd. Hiermee heeft verdachte een voor haar geldend vergunningsvoorschrift overtreden. Het is aan verdachte te wijten dat verschillende onderdelen van haar inrichting niet goed functioneerden, defect of lek en (nog) niet hersteld waren. Door na te laten zich ervan te verzekeren en te bevorderen dat het gebruikte materiaal en de gebruikte apparatuur in orde waren en door na te laten toezicht te houden op de pompwerkzaamheden, is in strijd met een vergunningsvoorschrift bedrijfsafvalwater in het riool gebracht.

Bewezenverklaring

  • Feit 1: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 17.2 eerste lid van de Wet milieubeheer, begaan door een rechtspersoon.

  • Feit 2: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 2.3, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, begaan door een rechtspersoon

Strafoplegging

  • Feit 1: geen straf of maatregel

  • Feit 2: geldboete van €750

Ten voordele van de verdachte heeft het hof rekening gehouden met de meewerkende opstelling van de verdachte toen het ongewoon voorval als zodanig bekend was geworden. Daarnaast heeft de verdachte alle instructies van de autoriteiten opgevolgd en de hoge kosten van de noodzakelijke herstelwerkzaamheden betaald. Zij heeft intern de nodige maatregelen getroffen om strafbare feiten als de onderhavige in de toekomst te voorkomen. Van nieuwe voorvallen is het hof niet gebleken.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^