Verdachte partner hebben tijdens faillissement onderneming gestart, verdiende geld is niet aan curator afgedragen
/Rechtbank Midden-Nederland 30 juni 2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:2803
Verdachte en haar echtgenoot zijn, terwijl zij in staat van faillissement waren verklaard, een eigen onderneming gestart. Uit het dossier blijkt dat de onderneming aanzienlijke inkomsten heeft gegeneerd. Verdachte en haar echtgenoot hebben in plaats van dit geld aan de curator af te dragen, waarmee de curator hun schuldeisers kon betalen, ervoor gekozen om het geld te besteden aan online gokken, vakanties en luxe goederen. De rechtbank neemt het verdachte zeer kwalijk dat zij hierin niet haar verantwoordelijkheid heeft genomen en enkel bezig is geweest met haar eigen financiële belangen, wetende dat zij daarmee de schuldeisers ernstig zou benadelen. Zelfs direct nadat zij door de politie is verhoord is zij nog op vakantie gegaan en heeft zij daar niet-noodzakelijke aankopen gedaan.
Daarnaast heeft verdachte, in strijd met haar wettelijke plicht, geweigerd om aan de curator, ondanks herhaald verzoek, de vereiste inlichtingen te geven over haar werkzaamheden voor-en inkomsten uit hun eigen onderneming. Dat het contact vooral via haar echtgenoot verliep maakt dat niet anders. Verdachte is bij meerdere gesprekken met de boekhouder aanwezig geweest en zij was als eigenaar van [eenmanszaak] ook verantwoordelijk voor het doorgeven van de inkomsten uit dit bedrijf aan de curator. Door het handelen van verdachte is de curator niet goed in staat geweest om het faillissement op een juiste wijze af te wikkelen en is onduidelijk gebleven voor welke bedragen de schuldeisers precies zijn benadeeld.
Bewezenverklaring
Feit 1: het als degene die in staat van faillissement is verklaard, tijdens het faillissement enig goed aan de boedel onttrekken terwijl zij weet dat hierdoor een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden worden benadeeld;
Feit 2: in staat van faillissement verklaard en wettelijk verplicht tot het geven van inlichtingen, weigeren de vereiste inlichtingen te geven en opzettelijk onvolledige inlichtingen geven.
Strafoplegging
Vanwege onder meer de overschrijding van de redelijke termijn en het feit dat verdachte en haar partner bezig zijn met het aflossen van hun schulden, legt de rechtbank een taakstraf op voor de duur van 240 uur.
Lees hier de volledige uitspraak.