Vereiste opzet voor bewezenverklaring voordeel trekken uit nalaten tijdig gegevens te verstrekken
/Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 1 december 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:10016
De politierechter heeft verdachte ter zake van opzettelijk uit de opbrengst van door enig misdrijf verkregen goed voordeel trekken veroordeeld tot een taakstraf van zestig uren voorwaardelijk, subsidiair dertig dagen hechtenis, met een proeftijd van een jaar.
Het hof stelt voorop dat het voordeel trekken uit de opbrengst van een door misdrijf verkregen goed alleen strafbaar is indien dit opzettelijk geschiedt, waarbij het (voorwaardelijk) opzet niet alleen moet zijn gericht op het voordeel trekken maar ook op het feit dat de opbrengst uit een door misdrijf verkregen goed komt. Het hof is van oordeel dat het strafdossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om vast te stellen dat verdachte het voor een bewezenverklaring benodigde opzet had op de omstandigheid dat [naam1] niet had voldaan aan haar inlichtingenverplichting uit hoofde van haar uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand.
Het hof acht derhalve niet wettig bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
Lees hier de volledige uitspraak.