Veroordeling hovenier voor illegaal storten in natuurgebieden

Rechtbank Amsterdam 6 november 2020, ECLI:NL:RBAMS:2020:5908

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vier afvalstortingen in natuurgebieden in zijn woon- en werkomgeving. Verdachte heeft een hoveniersbedrijf en heeft het afval dat afkomstig was van zijn werkzaamheden gestort, kennelijk om zo te besparen in (stortings)kosten.

Achtergrond

Aan de tenlastelegging ligt het onderzoek naam onderzoek ten grondslag waarin achttien afvalstortingen zijn onderzocht die hebben plaatsgevonden in de omgeving Maarn-Maarsbergen, Leersum en Leusden in de periode van 8 juni 2015 tot en met 3 mei 2017. De stortingen betreffen telkens snoei- en tuinafval. Verdachte komt in dit onderzoek naar voren als mogelijke dader van deze stortingen en hij is verhoord door de politie. Hij heeft verklaard dat hij een hoveniersbedrijf heeft dat is gevestigd in Driebergen. In het verhoor wil hij niet ingaan op de aangetroffen afvalstortingen. Aan verdachte zijn vier van de achttien afvalstortingen ten laste gelegd.

Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat is bewezen dat verdachte de vier stortingen opzettelijk heeft gedaan en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde.

Voor elke afvalstorting geldt dat het snoei- en tuinafval betreft dat qua samenstelling kan worden teruggevoerd naar verdachte. Daarnaast is er telkens iets in het afval aangetroffen wat verdachte aan het afval linkt, namelijk een sticker, een toegangsbewijs voor een wedstrijd van Ajax op zijn naam, twee verzendlijsten voor planten en een parkeerkaart. Voor de stortingen van 24 november 2016 en 3 mei 2017 geldt dat uit de gegevens van de Blackbox in de auto van verdachte, de RitAssist, blijkt dat zijn auto in de avond/nacht op de plaatsen van de stortingen is geweest vlak voordat het afval is aangetroffen. Uit de omstandigheid dat verdachte als hovenier het afval ’s nachts in de natuur stort blijkt het opzet van verdachte.

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft aangevoerd dat uit het dossier niet is af te leiden dat verdachte het afval heeft gestort. Een link tussen de afvalstortingen en verdachte ontbreekt telkens of is onvoldoende om vast te stellen dat verdachte de storting daadwerkelijk heeft gedaan. Verdachte moet daarom van het tenlastegelegde worden vrijgesproken.

Voor de storting van 5 oktober 2015 geldt dat niet duidelijk is waar de sticker is aangetroffen. Bij de storting van 19 november 2015 geldt dat één van de twee aangetroffen toegangsbewijzen voor de voetbalwedstrijden van Ajax nog geldig was. De wedstrijd zou volgens het toegangsbewijs namelijk plaatsvinden op 10 december 2015. Dat duidt op een alternatief scenario dat verdachte het kaartje is verloren en dat het kaartje op een onduidelijke manier bij het afval terecht is gekomen. Voor de storting van 24 november 2016 geldt dat de verzendlijsten op het afval lagen wat het scenario openhoudt dat de papieren zijn aangewaaid. Ook is het mogelijk dat de eigenaar van de tuin het afval zelf heeft afgevoerd. De gegevens van de RitAssist kunnen niet bijdragen aan het bewijs, nu volgens die gegevens de auto drie dagen eerder in de buurt heeft gereden, terwijl de verbalisant had geconstateerd dat het afval niet meer dan één à twee dagen oud kan zijn. Bovendien blijkt uit deze gegevens nog niet dat de auto op de plaats van de storting is geweest en dat verdachte in de auto heeft gereden. Ten slotte ontbreekt ook de link tussen de storting van 3 mei 2017 en verdachte. Het aangetroffen parkeerkaartje is van een ander dan verdachte. Uit de gegevens van de RitAssit blijkt niet dat de auto van verdachte op de weg waar het afval is aangetroffen heeft stilgestaan en wie de auto toen reed. Verdachte heeft verklaard dat hij zijn auto wel eens uitleent aan een medewerker.

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is, net als de officier van justitie en anders dan de raadsvrouw, van oordeel dat het primair ten laste gelegde voor alle vier de ten laste gelegde stortingen is bewezen.

De rechtbank overweegt als volgt. Voor de vier stortingen geldt dat er telkens een link is tussen verdachte en de afvalstorting en dat die link telkens zodanig is dat voldoende is komen vast te staan dat verdachte het afval heeft gestort. De rechtbank zal deze link per storting kort benoemen.

De storting van 5 oktober 2015

In het afval is een sticker van Kunstgrasnet.nl aangetroffen die in verband staat met verdachte, omdat de naam van zijn bedrijf hierop is vermeld. Anders dan de raadsvrouw stelt, is wel uit het dossier af te leiden waar de sticker is aangetroffen. Uit de verklaring van getuige naam getuige (pag. 151 van het dossier) blijkt immers dat de sticker in de tweede bult afval is aangetroffen.

De storting van 19 november 2015

In het afval zijn twee toegangsbewijzen voor wedstrijden van AJAX aangetroffen op naam van verdachte. Dit vormt de link naar verdachte. Dat één van de wedstrijden nog niet was gespeeld maakt dit niet anders. Verdachte zelf heeft niet verklaard dat er een alternatief scenario is bijvoorbeeld dat hij de kaartjes was kwijtgeraakt.

De storting van 24 november 2016

De verzendlijsten op naam van het bedrijf van verdachte vormen de link naar verdachte. Deze lijsten lagen in de bult afval. Dat de lijsten zouden zijn aangewaaid of dat het afval door de eigenaar van de tuin zou zijn gestort is helemaal niet aannemelijk geworden.

De storting van 3 mei 2017

Het aangetroffen parkeerkaartje vormt een link naar verdachte. Uit onderzoek is gebleken dat dit kaartje op naam stond van iemand die in een straat woonde waar verdachte in de tijd van de storting werkzaamheden had verricht in een voortuin.

De gegevens van de RitAssist vormen steunbewijs voor de stortingen van 24 november 2016 en 3 mei 2017. Uit deze gegevens blijkt dat de auto van verdachte een paar dagen respectievelijk een dag voor de storting laat in de avond in de directe omgeving van de plaats van de storting is geweest. De auto heeft zich telkens verplaatst van het woonadres van verdachte naar de directe omgeving van de storting en weer terug. De rechtbank vindt in de verklaring van verdachte extra bewijs dat hij telkens in de auto heeft gereden. Hij heeft immers bij de politie verklaard dat hij zijn bedrijfswagen voor 99 procent van de tijd zelf gebruikt, dat hij afvalstoffen altijd zelf wegbrengt en dat zijn medewerkers de auto nooit mee naar huis nemen.

In de overtuiging van de rechtbank weegt nog mee dat de stortingen wat betreft de samenstelling van het afval met elkaar overeenkomen. Het afval past telkens bij de werkzaamheden van verdachte als hovenier. Verder is het afval telkens in de woon- en werkomgeving van verdachte aangetroffen. Ten slotte zijn de stortingen van afval gestopt nadat verdachte telefonisch was meegedeeld dat hij werd verdachte van het illegaal storten van afval. Uit voornoemde omstandigheden blijkt dat verdachte met opzet heeft gehandeld.

Bewezenverklaring

  • Overtreding van een voorschrift, gesteld bij artikel 10.2 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan, meermalen gepleegd.

Strafoplegging

  • Geldboete van € 10.000 waarvan € 5000 voorwaardelijk.

Benadeelde partij

De benadeelde partij vordert € 1.847,48 vergoeding van materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente. Uit de bijlagen bij de vordering leidt de rechtbank af dat deze vordering betrekking heeft op zeven afvalstortingen, waaronder drie afvalstortingen die de rechtbank bewezen heeft verklaard.

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering benadeelde partij geheel toewijsbaar is met daarbij opgelegd de schadevergoedingsmaatregel. Als de rechtbank van oordeel is dat alleen rechtstreekse schade is ontstaan door de ten laste gelegde stortingen heeft de officier van justitie verzocht de vordering toe te wijzen voor een bedrag van € 386,96. Dit bedrag bestaat uit de kosten voor het opruimen van drie stortingen, namelijk voor het laten vervoeren en verwerken van het afval en de arbeidskosten die de benadeelde partij zelf heeft gemaakt. Het overige deel van de vordering moet dan niet-ontvankelijk worden verklaard.

De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat als het feit wordt bewezen verklaard de vordering gedeeltelijk kan worden toegewezen. De vordering heeft betrekking op zeven afvalstortingen, terwijl slechts drie van die stortingen aan verdachte zijn ten laste gelegd. Volgens de berekening van de raadsvrouw heeft elke storting de benadeelde partij € 130,50 gekost en kan de vordering dus worden toegewezen tot een bedrag van € 130,50 per bewezen verklaarde storting.

De verdachte heeft niet betwist dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde feit rechtstreeks materiële schade is toegebracht. De gevorderde schadevergoeding is toewijsbaar wat betreft de schade die is ontstaan door drie bewezen verklaarde stortingen. De rechtbank begroot dit bedrag op een bedrag van in totaal € 620,-. Daarbij is de rechtbank uitgegaan van het door de benadeelde partij opgegeven arbeidsloon van € 35,- per uur en de kosten van € 125,- voor het storten van 1 ton afval. In totaal is volgens de opgave van de benadeelde partij 7 uren besteed aan het opruimen van het afval, zijnde een bedrag van € 245,- en is drie ton afval gestort, zijnde een bedrag van € 375,-. De rechtbank acht de vordering in zoverre onvoldoende gemotiveerd betwist en toewijsbaar. De rechtbank zal tevens de wettelijke rente toewijzen vanaf het moment waarop de respectievelijke strafbare feiten zijn gepleegd.

Voorts dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.

De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering, omdat niet is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met het bewezen verklaarde feit.

In het belang van de benadeelde partij wordt, als extra waarborg voor betaling aan laatstgenoemde, de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht aan verdachte opgelegd.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^