Veroordeling rechtspersoon wegens opzettelijk overtreden artt. 8.1 en 18.18 Wet milieubeheer & meermalen opzettelijk overtreden van art. 25 Lozingenbesluit bodembescherming

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 22 augustus 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3495

Verdachte heeft het belang van de naleving van de vergunningsplicht miskend. Zij heeft door het bewezenverklaarde handelen de mogelijkheid van de overheid om verdachtes bedrijfsactiviteiten en de gevolgen daarvan voor het milieu middels voorschriften te reguleren ondermijnd. Daarnaast heeft verdachte zich niet gehouden aan een voorschrift verbonden aan de verstrekte Wm-vergunning door haar inrichting niet schoon en zindelijk te houden en meermalen opzettelijk (verontreinigd) afvalwater geloosd. Door het waterhuishoudingsbeleid te wijzigen is het afvalwater niet meer gescheiden verwerkt en afgevoerd maar op het bedrijfsterrein gebleven. De afvalwaterstromen hebben zich vermengd. ‘Zwart water’/ water dat in contact is geweest met afvalstoffen heeft zich vermengd met ‘grijs water’. Een deel van het overtollige water werd opgeslagen in vakken die daarvoor niet waren bestemd en werd opzettelijk geloosd in de onbeschermde bodem.

Verdachte wordt veroordeeld tot een geldboete van €40.000, wegens:

  • Feit 1: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 8.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon.
  • Feit 2: overtreding van een voorschrift gesteld bij artikel 18.18 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan door een rechtspersoon.
  • Feit 3: overtreding van een voorschrift krachtens artikel 6 van de Wet bodembescherming, opzettelijk begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^