Veroordeling voor illegale handel in beschermde vogels en schending van registratieplicht
/Rechtbank Rotterdam 13 februari 2025, ECLI:NL:RBROT:2025:2072
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het vangen, vervoeren en verkopen van beschermde vogel- en eendensoorten, in strijd met de Wet natuurbescherming en de Vogelrichtlijn. Daarnaast heeft hij nagelaten een deugdelijke administratie bij te houden van de verhandelde dieren. De verdachte wordt veroordeeld voor drie strafbare feiten, terwijl hij van andere tenlastegelegde feiten wordt vrijgesproken.
Tenlastelegging
De verdachte wordt verweten:
Het medeplegen van het vangen van in het wild levende zwanen.
Het onder zich hebben, vervoeren en verkopen van diverse beschermde vogelsoorten zonder de vereiste identificatie.
Het bedrijfsmatig houden van vogels en eenden voor de verkoop zonder een deugdelijke administratie.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht deze feiten bewezen en eist een taakstraf van 120 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Ook wordt verbeurdverklaring van de in beslag genomen vogelringen gevorderd.
Standpunt van de verdediging
De verdediging pleit voor vrijspraak en stelt dat de verdachte geen opzet had op het illegaal vangen en verkopen van de dieren. Hij zou de vogels legaal hebben gekweekt en niet bedrijfsmatig hebben gehandeld. Daarnaast voert de verdediging aan dat een deel van de tenlastegelegde administratieplicht niet meer strafbaar is vanwege het verlopen van de wettelijke bewaartermijn.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte in samenwerking met een medeverdachte beschermde zwanen in het wild heeft gevangen en commercieel heeft verhandeld. Uit WhatsApp-gesprekken en e-mailverkeer blijkt dat hij zich actief bezighield met het lokaliseren en vangen van zwanen en het registreren van de verkoop. De verdachte gebruikte ongeldige Belgische pootringen om de herkomst van de dieren te verhullen. Daarnaast heeft hij samen met de medeverdachte geen deugdelijke administratie gevoerd, terwijl de omvang van de handel evident bedrijfsmatig was.
Een deel van de tenlastegelegde periode voor het ontbreken van een deugdelijke administratie wordt door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard, omdat de bewaartermijn van twee jaar is verstreken.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
het medeplegen van het vangen van kleine zwanen en wilde zwanen in Bleiswijk, Kraggenburg en Oud Zuilen;
het vervoeren, onder zich hebben en verkopen van diverse beschermde vogelsoorten zonder geldige identificatie;
het bedrijfsmatig houden en verhandelen van vogels zonder een deugdelijke administratie.
Strafoplegging
De rechtbank legt een voorwaardelijke taakstraf van 120 uur op, met een proeftijd van 2 jaar. Daarbij wordt rekening gehouden met de aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn. Daarnaast worden de in beslag genomen vogelringen verbeurd verklaard.
Lees hier de volledige uitspraak.