Veroordeling voor witwassen: Rijksambtenaar verstopt miljoen euro achter de plinten van keukenblok
/Gerechtshof Amsterdam 15 april 2025, ECLI:NL:GHAMS:2025:1022
De verdachte is een natuurlijk persoon, geboren in 1969, die sinds 2007 werkzaam is als rijksambtenaar bij een overheidsinstantie (de rechtspersoon). In die functie heeft hij toegang tot vertrouwelijke systemen met persoonsgegevens, waaronder de applicaties BVR en Klantbeeld. In juli 2022 wordt in zijn woning tijdens een doorzoeking een bedrag van 920.000 euro aan contant geld aangetroffen, verstopt in vijf metalen kistjes achter de plinten van het keukenblok. Het onderzoek start naar aanleiding van informatie uit een opsporingsonderzoek waarin versleutelde Sky ECC-berichten zijn onderschept waarin wordt gesproken over een ambtenaar die tegen betaling gevoelige overheidsinformatie levert.
De tenlastelegging
De verdachte wordt verweten dat hij:
Een bedrag van 920.000 euro, afkomstig uit enig misdrijf, voorhanden heeft gehad (witwassen)
Meermalen wederrechtelijk computernetwerken van zijn werkgever is binnengedrongen met valse sleutels (gebruikersnaam en wachtwoord), en vertrouwelijke gegevens heeft opgevraagd en gedeeld met derden (computervredebreuk)
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal vordert veroordeling voor beide feiten. Voor het witwassen acht zij het bewijs geleverd gelet op de vindplaats van het geld, de wijze van verstoppen en de ongeloofwaardige verklaring van de verdachte. Voor de computervredebreuk wijst zij op de omvang en het patroon van de bevragingen, het criminele gebruik van de verkregen informatie en de link met Sky ECC-communicatie.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging voert aan dat de verdachte geen wetenschap had van het in zijn woning aangetroffen geld en daarom niet kan worden veroordeeld voor witwassen. Voorts stelt de verdediging dat de verdachte in zijn functie mensen uit zijn gemeenschap heeft willen helpen toen de telefoon slecht bereikbaar was wegens corona, en beroept zich op overmacht wegens persoonlijke omstandigheden zoals ziekte en gebrekkige begeleiding door de werkgever.
Het oordeel van het gerechtshof
Het hof acht het verweer van de verdediging ongegrond. Ten aanzien van het witwassen stelt het hof vast dat de verdachte zich bewust moet zijn geweest van de aanwezigheid van het geld, gelet op de locatie, het dagelijkse gebruik van de keuken en de gemakkelijke toegang tot de verstopplek. De verklaring dat hij niet wist van het geld acht het hof ongeloofwaardig. Over de herkomst van het geld overweegt het hof dat het, gezien de wijze van verbergen en het ontbreken van een legale verklaring, niet anders kan zijn dan dat het uit misdrijf afkomstig is.
Ten aanzien van de computervredebreuk stelt het hof vast dat de verdachte stelselmatig en opzettelijk gegevens heeft geraadpleegd waarvoor hij geen werkgerelateerde bevoegdheid had. Hij heeft gegevens opgevraagd van familieleden, bekenden, en personen die door derden uit het criminele milieu zijn aangedragen. De gegevens zijn in meerdere gevallen gedeeld via Sky ECC met criminelen die gelinkt worden aan georganiseerde drugshandel. Het hof wijst erop dat de verdachte op de hoogte was van de regels en geheimhoudingsplicht en dat geen sprake is van een rechtvaardigende noodtoestand.
De bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte:
Een bedrag van 920.000 euro, afkomstig uit enig misdrijf, voorhanden heeft gehad (witwassen)
Meermalen opzettelijk en wederrechtelijk is binnengedrongen in geautomatiseerde systemen van zijn werkgever, en daarbij vertrouwelijke gegevens heeft overgenomen en gedeeld (computervredebreuk)
De strafoplegging
Het hof veroordeelt de verdachte tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 20 maanden. Daarbij weegt het hof zwaar dat de verdachte, als ambtenaar, het vertrouwen in de overheid ernstig heeft geschaad en privacygevoelige informatie heeft gedeeld met criminelen. Tevens is het witwassen van een fors geldbedrag bewezen. Vanwege overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep is een strafkorting van één maand toegepast op de oorspronkelijk passende gevangenisstraf van 21 maanden.
Lees hier de volledige uitspraak.