Veroordeling voormalig advocaat-generaal voor fraude
/Gerechtshof Den Haag 21 april 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:666
Het gerechtshof Den Haag heeft in hoger beroep een voormalig advocaat-generaal veroordeeld voor valsheid in geschrift en voor het geven van onjuiste en onvolledige informatie aan de Belastingdienst. Het hof legt een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden op, met een proeftijd van twee jaar.
De Belastingdienst had om een aantal facturen verzocht en de verdachte stuurde die zonder de voettekst. In die tekst bleek een Luxemburgse bankrekening vermeld, waarop betalingen waren gedaan betreffende door de verdachte als advocaat verrichte werkzaamheden. Ook verstrekte hij de Belastingdienst onjuiste en onvolledige informatie over een vennootschap, waarvan hij directeur was.
Het Openbaar Ministerie eiste in hoger beroep een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden. Het hof legt een lagere straf op omdat het minder feiten bewezen acht en rekening houdt met de impact die de strafvervolging op het persoonlijke leven van de verdachte heeft. Het hof houdt ook rekening met het tijdsverloop sinds het plegen van de feiten. De rechtbank had een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden opgelegd.
Lees hier de volledige uitspraak.