Vertrouwelijkheid en bewijslast botsen: tuchtrechtelijke gevolgen van het in een civiele procedure overleggen van vertrouwelijke stukken

Een partij die zich in een civiele procedure beroept op de rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten draagt daarvan op grond van art. 150 Rv in beginsel de bewijslast. In meer algemene zin rust op procespartijen de verplichting de voor een rechtelijke beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren (art. 21 Rv). Bewijslastverdeling en waarheidsplicht kunnen tot vragen leiden daar waar rechtsbijstand wordt verleend aan tot geheimhouding gehouden partijen, zoals accountants en advocaten. Hoewel die verplichting tot geheimhouding niet absoluut is, leert een uitspraak van het CBb van 1 maart 2022 dat oplettendheid geboden is als ervoor wordt gekozen om vertrouwelijke informatie in een civielrechtelijke procedure over te leggen.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^