Vervolgprofijt: speelwinsten van casinobezoeken waar wederrechtelijk verkregen voordeel is ingezet
/Hoge Raad 18 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:728
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft bij uitspraak van 5 oktober 2015 het bedrag waarop het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vastgesteld op € 520.000 en de betrokkene ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 515.000.
De betrokkene in de hoofdzaak is veroordeeld voor het medeplegen van in de uitoefening van beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B, van de Opiumwet gegeven verbod in de periode van 30 september 2003 tot en met 21 september 2004, witwassen in de periode van 14 december 2001 tot en met 21 september 2004 en deelneming aan een criminele organisatie in de periode van 1 mei 2003 tot en met 11 oktober 2004.
Middel
Het middel klaagt dat het Hof het wederrechtelijk verkregen voordeel op onjuiste dan wel onbegrijpelijke wijze heeft vastgesteld, meer in het bijzonder doordat het Hof op onjuiste, althans onbegrijpelijke gronden een bedrag van € 120.000 als vervolgprofijt heeft aangemerkt.
Beoordeling Hoge Raad
Blijkens zijn overwegingen heeft het Hof vastgesteld dat:
- de betrokkene met grote regelmaat casino's bezocht en behoorde tot de categorie 'grote' spelers (die spelen met penningen van meer dan € 1.000),
- de hoge inzetten niet konden worden bekostigd uit het geringe legale inkomen van de betrokkene,
- de statistische kans op winst bij een casinospel zoals het door de betrokkene beoefende Amerikaanse roulettespel gering is,
- de betrokkene op diverse momenten, onder meer op 21 februari 2002, dus twee dagen na het behalen van een speelwinst van € 120.000 bij Holland Casino te Breda, bij datzelfde casino een toegangsontzegging heeft aangevraagd met als reden "zelfbescherming" (bewijsmiddel 8), en
- zo een ontzegging doorgaans alleen door een speler wordt verzocht wanneer hij merkt dat het spel hem teveel tijd en geld kost.
Tegen deze achtergrond heeft het Hof geoordeeld dat de betrokkene gelden die waren verkregen door middel van strafbare feiten heeft ingezet bij casinobezoeken, dat de betrokkene daarbij per saldo bedragen - door het Hof 'speelwinsten' genoemd - van € 120.000 en twee keer € 200.000 tot zijn beschikking heeft gekregen en dat deze 'speelwinsten' in hun geheel zijn aan te merken als wederrechtelijk verkregen voordeel. Dat oordeel geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat het Hof hiermee tot uitdrukking heeft gebracht dat de 'speelwinsten' per saldo het resultaat zijn van (bij een hogere inzet) verliezen en (bij een lagere inzet) winsten.
Lees hier de volledige uitspraak.