Vordering opnames van telefoongesprekken met klanten door AFM terecht
/College van Beroep voor het bedrijfsleven 14 september 2021, ECLI:NL:CBB:2021:883
Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft geoordeeld dat Rodeler (NL) B.V. onvoldoende meewerkte aan de vordering van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) om opnames van telefoongesprekken met klanten te verstrekken. Het CBb laat de door AFM aan de beleggingsonderneming opgelegde last onder dwangsom om deze opnames te verkrijgen in stand.
Volgens het CBb was het vermoeden gerechtvaardigd dat Rodeler over meer gespreksopnames beschikte dan waarover zij zei te beschikken en die zij bereid was te verstrekken en heeft zij dit vermoeden niet kunnen weerleggen.
AFM had Rodeler wel moeten horen voordat zij de last oplegde, maar dit gebrek is hersteld in de bezwaarprocedure bij AFM.
Het CBb oordeelt ook dat AFM de dwangsom van € 50.000,- terecht heeft ingevorderd, omdat Rodeler niet heeft voldaan aan de last.
Het CBb bevestigt hiermee in hoger beroep de uitspraak van de rechtbank Rotterdam.
Deze uitspraak is definitief, het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is de eindrechter in deze zaak.
Lees hier de volledige uitspraak.