Vrijspraak overtreding geluidsnorm: meting heeft niet juist plaatsgevonden, waardoor deze niet tot bewijs kan worden gebruikt
/Gerechtshof Den Haag 19 maart 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:490
De verdachte heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat het geluidsonderzoek dat ten grondslag ligt aan het tenlastegelegde feit heeft plaatsgevonden in een aanpandige woning. Deze woning is gelegen in het hotel, waarbij ten tijde van het onderzoek de bestemming van het pand horeca was. Dit maakt volgens de verdachte dat er sprake is van een onjuist uitgevoerd geluidsonderzoek, nu dit onderzoek niet in een aanpandige woning heeft plaatsgevonden.
Het hof overweegt dat in het rapport van het geluidsonderzoek aan adres te Den Haag d.d. 27 januari 2017 is opgenomen dat het onderzoek is uitgevoerd in een aanpandige woning. Op grond van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit geldt voor de nachtperiode (23:00 uur tot 07:00 uur) in aanpandige gevoelige gebouwen een normwaarde van 25 dB(A).
Uit artikel 1.1 lid 1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer volgt de definitie van een gevoelig gebouw.
Gevoelige gebouwen: woningen en gebouwen die op grond van artikel 1 van de Wet geluidhinder worden aangemerkt als andere geluidsgevoelige gebouwen, met uitzondering van die gebouwen behorende bij de betreffende inrichting.
In artikel 1 van de Wet geluidhinder is de definitie van woning en de definitie van andere geluidsgevoelige gebouwen neergelegd.
Woning: gebouw of gedeelte van een gebouw waar bewoning is toegestaan op grond van het bestemmingsplan, de beheersverordening, bedoeld in artikel 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening, of, indien met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van het bestemmingsplan of de beheersverordening is afgeweken, de omgevingsvergunning, bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van laatstgenoemde wet.
Andere geluidsgevoelige gebouwen: Als ander geluidsgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 1 van de wet worden aangewezen:
een onderwijsgebouw;
een ziekenhuis;
een verpleeghuis;
een verzorgingstehuis
en psychiatrische inrichting;
een kinderdagverblijf.
Op het pand waarin het geluidsonderzoek is verricht, rust blijkens het bestemmingsplan Bezuidenhout, ’s-Gravenhage – onherroepelijk vastgesteld op 24 april 2014 en nadien, voor zover hier van belang, niet meer gewijzigd - de enkelbestemming horeca (zie de afbeelding hieronder). Het hof is niet gebleken dat van het bestemmingsplan is afgeweken.
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd nu de meting niet heeft plaatsgevonden in een aanpandig gevoelig gebouw zoals bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Daardoor kan deze meting niet worden gebruikt voor het bewijs en dient de verdachte te worden vrijgesproken.
Lees hier de volledige uitspraak.