Vrijspraak verkopen voorwerpen van walrus- en nijlpaardivoor: voldaan aan geldende regelgeving zowel voor zover zij zouden zijn ‘verkregen’ als wanneer ze de Gemeenschap zouden zijn ‘binnengebracht’

Gerechtshof Amsterdam 28 februari 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:475

De economische kamer van de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg ten aanzien van de specimens van bijlage B bewezenverklaarde veroordeeld tot een geldboete van €200.

Het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt ten aanzien van de specimens van bijlage B dan de rechtbank.

Vrijspraak – specimens bijlage B

De advocaat-generaal heeft op basis van de zich in het onderliggende strafdossier bevindende stukken gevorderd dat de verdachte ten aanzien van de bij hem aangetroffen specimens van bijlage B zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

De raadsman heeft betoogd dat de verdachte van het ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken. De beeldjes die verdachte heeft verhandeld en te koop heeft aangeboden op zijn website vallen namelijk onder de zogenaamde antiekvrijstellingsregeling, omdat deze beeldjes vóór 1947 vervaardigd zijn.

Het hof overweegt als volgt.

Artikel 8 lid 1 en 5 van de Verordening No. 338/97 luiden als volgt:

1.De aankoop, het te koop vragen, de verwerving voor commerciële doeleinden, het tentoonstellen voor commerciële doeleinden, het gebruik met winstoogmerk en het verkopen, het in bezit hebben met het oog op verkoop, het ten verkoop aanbieden of het vervoeren met het oog op verkoop van specimens van de in bijlage A genoemde soorten, is verboden.

5.De in lid 1 genoemde verbodsbepalingen gelden ook voor specimens van de soorten genoemd in bijlage B, behalve indien ten genoegen van de bevoegde autoriteit van de betrokken Lid-Staat is aangetoond dat die specimens verkregen werden en, indien zij niet uit de Gemeenschap afkomstig zijn, daarin werden binnengebracht overeenkomstig de geldende wetgeving inzake de instandhouding van de wilde flora en fauna.

De in artikel 8 lid 1 Vo No. 338/97 genoemde verbodsbepalingen zijn daarmee op grond van lid 5 niet van toepassing indien is aangetoond dat die specimens zijn verkregen conform de geldende wetgeving dan wel voor zover ze niet uit de Gemeenschap afkomstig zijn – zijn binnengebracht zijn conform de geldende wetgeving.

Uit het dossier blijkt niet dat onderzocht is of en wanneer de specimens de Gemeenschap zijn binnengebracht. Nu, zoals hieronder weergegeven, beide mogelijkheden ‘verkregen’ en ‘binnengebracht’ tot vrijspraak van het tenlastegelegde leiden zal het hof het onderzoek niet heropenen om op dit punt onderzoek te laten verrichten.

‘Verkregen’ conform de geldende wet- en regelgeving.

Op grond van artikel 1 aanhef en lid 1 van de Verordening 865/2006 van 4 mei 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer, wordt voor de toepassing van de Verordening verstaan onder „datum van verwerving”: de datum waarop een specimen aan de natuur werd onttrokken, in gevangenschap werd geboren of kunstmatig werd gekweekt.

Blijkens het zich in het dossier bevindende deskundigenrapport zijn de twee specimens in het midden van de 19e eeuw vervaardigd en daarmee lang voordat er in 1947 de eerste regelgeving inzake de instandhouding van de wilde flora en fauna werd opgesteld. De verwerving voldeed daarmee aan de destijds ‘geldende’ regelgeving.

Binnengebracht in de Gemeenschap conform de geldende wet- en regelgeving

Uit het dossier blijkt niet of en wanneer de bijlage B specimens in de Gemeenschap zijn binnengebracht. De walrus is sinds 16 november 1975 als CITES-soort beschermd. Het nijlpaard is sinds 16 december 1995 beschermd. Het hof zal dan ook beoordelen of het (eventuele) binnenbrengen van de specimens voldeed aan de vanaf 16 november 1975 geldende regelgeving.

Nu de opeenvolgende regelgevingen ten aanzien van de instandhouding van de wilde flora en fauna in de loop der jaren steeds strenger is geworden zal het hof alleen toetsen of de invoer van de bijlage B specimens (walrus en nijlpaard) voldoet aan de huidige regelgeving zoals opgenomen in de Verordening nr. 338/97.

Op basis van artikel 4 lid 5 van die basisverordening nr. 338/97 is het vereiste van een invoervergunning voor specimens van bijlage B niet van toepassing als het bewerkte specimens zijn die meer dan 50 jaar geleden zijn verkregen. Nu zoals eerder vermeld uit het deskundigenrapport blijkt dat de ivoren specimens in de 19e eeuw zijn vervaardigd voldoen ze daarmee ook ten tijde van het tenlastegelegde aan de vereisten voor invoer zonder invoervergunning.

Conclusie

Het hof heeft vastgesteld dat voor de specimens van de bijlage B is voldaan aan de geldende wet- en regelgeving zowel voor zover zij zouden zijn ‘verkregen’ als wanneer ze zouden zijn ‘binnengebracht’. Om die reden is de verbodsbepaling van artikel 8 lid 1 Vo No. 338/97 (op grond van artikel 8 lid 5 Vo No. 338/97) niet van toepassing. Dit betekent dat de verdachte niet heeft gehandeld ‘in strijd met (een) bij de Regeling natuurbescherming aangewezen voorschrift(en) van (een) EU-verordening(en), te weten artikel 8 lid 1 en/of 5’ zoals is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^