WODC onderzoek naar schorsing bestuurlijke boetes tijdens bezwaar en beroep

Onderzoekers van de Faculteit Rechtsgeleerdheid, Rijksuniversiteit Groningen, gaan in opdracht van het WODC onderzoek doen naar de schorsing van bestuurlijke boetes tijdens bezwaar en beroep. Een bestuurlijke boete is normaal gesproken onmiddellijk opeisbaar nadat deze is opgelegd. Dit betekent dat de overtreder de boete in principe meteen moet betalen ook al is tegen de boete bezwaar ingesteld en staat de boete dus nog niet definitief vast. Dit is een opmerkelijk verschil met de strafrechtelijke geldboete en de strafbeschikking die pas kunnen worden opgeëist nadat de rechter daarover een uitspraak heeft gedaan.

Het WODC wil antwoord op de vraag of er reden is om ook voor bestuursrechtelijke boetes te regelen dat deze pas kunnen worden ingevorderd nadat het bestuursorgaan op het bezwaar tegen de boete heeft beslist.

Het onderzoeksteam van de RUG bestaat uit Herman BröringAlbertjan TollenaarAnnalies Outhuijse en researchmaster student Maaike Feenstra, allen verbonden aan de Vakgroep Staatsrecht, Bestuursrecht en Bestuurskunde.

Print Friendly and PDF ^