HR herhaalt beoordelingskader aanhoudingsverzoeken

Hoge Raad 9 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1005

Een verzoek tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting (aanhoudingsverzoek) kan op de terechtzitting worden gedaan door de verdachte of door zijn raadsman die daartoe door de verdachte op grond van artikel 279 van het Wetboek van Strafvordering is gemachtigd. Ook de raadsman die niet is gemachtigd tot het voeren van de verdediging van de verdachte die op de terechtzitting niet is verschenen, kan daar een aanhoudingsverzoek doen voor zover dat verzoek wordt gedaan met het oog op het effectueren van het aanwezigheidsrecht van de verdachte of om de in artikel 279 lid 1 Sv bedoelde machtiging alsnog te verkrijgen. Op grond van artikel 329 en 330 Sv wordt beslist op het verzoek nadat het openbaar ministerie daarover is gehoord.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Presentator erkent onjuiste belastingaangifte: strafzaak geseponeerd

In 2018 kwam een presentator in beeld als verdachte in een strafrechtelijk onderzoek naar een belastingadviseur en zijn cliënten. Van 2009 tot 2017 deed de presentator geen aangifte voor de inkomstenbelasting in Nederland omdat hij meende niet in Nederland woonachtig te zijn. Hij stelde in zijn aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2018 dat hij slechts 1 maand in Nederland woonachtig en belastingplichtig was. De Belastingdienst evenals het Openbaar Ministerie zijn van mening dat dit ten onrechte was. De presentator is wel belastingplichtig (gebleven) in Nederland omdat hij zijn werkzaamheden in Nederland verrichtte, zijn sociale leven hier had en een woning tot zijn beschikking had.

Bestuursrechtelijke afdoening

De presentator heeft gedurende het onderzoek openheid van zaken gegeven. Met de Belastingdienst is hij overeengekomen om alsnog, vanaf het aangiftejaar 2014, de verschuldigde inkomstenbelasting te betalen. Daarnaast betaalt hij een boete van 50% over het bedrag van de verschuldigde inkomstenbelasting over het jaar 2018.

Passende afdoening

Het OM heeft besloten, na meerdere gesprekken met de verdachte en zijn raadsman, de zaak tegen de presentator te seponeren. De zaak is op passende wijze bestuursrechtelijk afgedaan. Bij een efficiënte strafrechtspleging hoeft niet iedere fiscale strafzaak aan de rechtbank voorgelegd te worden. Wel meent het OM dat de maatschappij geïnformeerd dient te worden over deze afdoening, middels dit persbericht, vanuit preventief oogpunt. Gelet op al het bovenstaande, stelt het OM dat deze afdoening in deze strafzaak passend is. 

Eigen verantwoordelijkheid

De presentator realiseert zich dat hij zich – achteraf bezien – kritischer had moeten opstellen en zorgvuldiger had moeten samenwerken met zijn belastingadviseur.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak van overtreding van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr)

Rechtbank Noord-Holland 8 mei 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:6826

De tenlastegelegde werkzaamheden kunnen niet als beveiligingswerkzaamheden in de zin van de Wpbr worden aangemerkt, zodat de verdachte niet door instandhouding van een beveiligingsorganisatie beveiligingswerkzaamheden heeft verricht of aangeboden en zij van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM stelt geen cassatie in tegen uitspraak in De Mos zaak

Het Openbaar Ministerie stelt geen cassatie in tegen de arresten van het gerechtshof Den Haag van 21 juni 2024 in de strafzaken tegen oud-wethouders Richard de Mos en Rachid Guernaoui en vijf ondernemers uit Den Haag (strafzaak Tyrus). Het OM heeft de arresten zorgvuldig bestudeerd en ziet geen gronden voor een cassatieverzoek. Ondanks vrijspraken in deze zaak is het OM tevreden met een aantal belangrijke onderdelen van de uitspraken. Zo oordeelt het hof dat het OM ontvankelijk is in de vervolging. Ook gebruikt het hof het juiste juridische toetsingskader bij de beoordeling van omkoping.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De wet plan aanpak witwassen: grote rechtstatelijke obstakels

Nederland worstelt al jaren met de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering, zo blijkt ook uit het recente wetsvoorstel Wet plan van aanpak witwassen. Daarin zijn ruimere mogelijkheden vervat voor private en publieke partijen om gegevens aan elkaar uit te wisselen en is bepaald dat alle transacties van boven €100,- worden gemonitord. Het voorstel is op forse kritiek van de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens komen te staan. Onder meer zetten zij vraagtekens bij de noodzakelijkheid en proportionaliteit van de wet, zijn er zorgen omtrent de juridische inbedding en uitwerking van deze wet en komen de fundamentele rechten van burgers onder druk te staan. Dit artikel bespreekt deze zorgen en legt het wetsvoorstel langs de lat van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, de Algemene Verordening Gegevensbescherming en andere Europese regelgeving en laat daarbij de meest relevante uitspraken van het EU Hof van Justitie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens de revue passeren.

Read More
Print Friendly and PDF ^