Afwijzing EHRM-klacht van Total en Vitol na veroordeling voor ambtelijke omkoping: geen schending lex certa

EHRM 12 oktober 2023,  Total S.A. and Vitol S.A. v. France (appl. nos. 34634/18 and 43546/18) 

Het EHRM heeft onlangs (unaniem) geoordeeld dat er geen sprake is van schending van artikel 7 van het EVRM (geen straf zonder wet, lex certa). De verzoekers in deze zaak, de bedrijven Total S.A. and Vitol S.A., zijn in Frankrijk veroordeeld voor het omkopen van buitenlandse ambtenaren. Aan de gerezen verdenking liggen transacties ten grondslag van na 1 oktober 2000 en tot 20 maart 2003, toen Irak werd binnengevallen door de coalitie onder leiding van de Verenigde Staten. Het Franse Hof van Beroep heeft, in een zeer uitvoerig gemotiveerd arrest, vastgesteld dat Total en Vitol opzettelijk hebben ingestemd met en hebben gezorgd voor de betaling van commissies aan Iraakse leiders, die hen in strijd met de resoluties 661 en 986 hadden gevraagd de door de VN opgezette regeling te omzeilen. Het Hof van Beroep heeft geconcludeerd dat deze handelingen strafbaar waren op grond van artikel 435-3 van het Wetboek van Strafrecht zoals dat ten tijde van de feiten van kracht was.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Regiezitting hoger beroep in zaak tegen Richard de Mos en zes medeverdachten

Op 24 oktober jl. vond een regiezitting plaats in de hoger beroepszaak tegen Richard de Mos en zes medeverdachten. Tijdens die zitting werden onderzoekswensen en beperken van het hoger beroep besproken. Het Openbaar Ministerie maakte in juni 2023 bekend het hoger beroep tegen Richard de Mos en zes medeverdachten door te zetten in beperkte vorm. In het hoger beroep zal het vooral gaan om twee verdenkingen: omkoping en schending van de geheimhoudingsplicht. Tegen de vrijspraak van meineed en deelneming aan een zogenoemde ‘criminele organisatie’ gaat het OM niet in hoger beroep.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Opleiding Vertrouwenspersoon | Start 31 oktober 2023

Recente zaken benadrukken het belang van het creëren van een veilige werkomgeving. Helaas is het niet mogelijk om alle vormen van ongewenst gedrag op de werkvloer te voorkomen. In die gevallen waarin medewerkers geconfronteerd worden met grensoverschrijdend gedrag is het belangrijk dat zij terecht kunnen bij een vertrouwenspersoon voor een luisterend oor en advies. Op dit moment geldt er (nog) geen wettelijke verplichting voor bedrijven tot het aanstellen van een vertrouwenspersoon. Die verplichting komt er echter wel op (korte) termijn. Recent is door de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen dat deze verplichting in het leven roept voor organisaties met 10 of meer werknemers.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De paradox van een repressieve aanpak van het fenomeen uithalers

De Rotterdamse haven is sinds jaar en dag een belangrijke invoerplek voor de internationale handel in verdovende middelen. In het nieuws wordt breed uitgemeten hoeveel containers zijn onderschept, maar ondanks die successen bereikt toch een enorme hoeveelheid cocaïne langs die weg de Nederlandse markt. De invoer omvat verscheidene vormen van criminaliteit, die alle onder de noemer van ondermijning worden bestreden. De laatste jaren is veel aandacht gericht op de zogenoemde uithalers, veelal jonge criminelen die zich voor een geringe beloning bereid tonen de verdovende middelen uit de containers te halen en buiten het haventerrein te brengen. Om die vorm van criminaliteit te bestrijden is een nieuwe strafbaarstelling in het leven geroepen, artikel 138aa Sr. Het is echter de vraag of die nieuwe strafbaarstelling voldoende effect sorteert en sterker nog: of de repressieve aanpak van de uithalers niet juist een averechts effect heeft.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Verdenking van omkoping bij verkoop perceel

De FIOD heeft op dinsdag 10 oktober twee mannen aangehouden in een strafrechtelijk onderzoek naar omkoping. De verdachten zijn na hun aanhouding overgebracht naar een cellencomplex voor verhoor. Ze worden verdacht van niet-ambtelijke omkoping en feitelijk leiding geven aan een vennootschap waarmee de omkoping heeft plaatsgevonden. De 62-jarige verdachte tekende een koopbevestiging voor de aankoop van een perceel. Ongeveer drie maanden na de voorlopige aankoop richtte beide verdachten een structuur van meerdere vennootschappen op. Het perceel werd vervolgens juridisch geleverd aan één van de vennootschappen voor een verkoopprijs van 4,9 miljoen euro. De aankoop werd gefinancierd met de verkoop van aandelen van een andere vennootschap van verdachten. Een dag later werden deze aandelen, inclusief perceel, verkocht voor 5,5 miljoen euro aan een derde partij, de werkgever van de 38-jarige man. Aan deze verkoop verdienden de verdachten 1,4 miljoen euro.

Read More
Print Friendly and PDF ^