HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. de vraag wanneer sprake is van aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ a.b.i. art. 6:106.b BW

Hoge Raad 15 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1465

Zoals bekend dient de strafrechter de toewijsbaarheid van de vordering van de Benadeelde partij te beoordelen naar materieel burgerlijk recht. Dat betekent dat hij een beslissing op de vordering behoort te nemen met inachtneming van de wetgeving en de rechtspraak van de civiele kamer van de Hoge Raad over het aansprakelijkheidsrecht. Ter verkrijging van de vergoeding waarop het aansprakelijkheidsrecht hem recht geeft, voegt de door een strafbaar feit Benadeelde persoon zich tegenwoordig evenwel veelal als Benadeelde partij in het strafproces. Hierdoor is onder andere de vraag onder welke omstandigheden een slachtoffer van een gepleegd strafbaar feit in aanmerking komt voor vergoeding van immateriële schade inmiddels niet meer een kwestie waarover uitsluitend de civiele rechter zich bekreunt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Werkt selectie in cassatie?

Sinds 2012 vindt op basis van artikel 80a RO selectie in cassatie plaats. De vraag is of dit selectie- of verlofstelsel tegemoetkomt aan de wensen van de wetgever. Op basis van de jaarcijfers van de strafkamer van de Hoge Raad luidt het antwoord: (1) ja, de gemiddelde doorlooptijd van cassatieberoepen aanzienlijk is afgenomen; (2) nee, de werkvoorraad en instroom van beroepen in cassatie bepaald niet zijn gedaald; (3) misschien, want of de strafkamer Hoge Raad meer aandacht kan besteden aan ‘zaken die ertoe doen’ kan op basis van de in deze bijdrage gehanteerde methode niet met zekerheid worden gezegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Aan vordering van OvJ tot leggen van conservatoir beslag in strafzaken te stellen eisen m.b.t. het vermelden van de aard van het beslag

Hoge Raad 15 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1591

Het middel klaagt over de juistheid en de begrijpelijkheid van het oordeel van de Rechtbank dat in de vordering tot machtiging van de Officier van Justitie tot het leggen van conservatoir beslag als bedoeld in art. 94a en 103 Sv, concrete voorwerpen moeten worden genoemd waarop het voorgenomen beslag betrekking heeft.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen over het begrip ‘grieven’ c.q. ‘bezwaren’ tegen het vonnis

Hoge Raad 8 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1555

Het middel keert zich onder meer tegen het oordeel van het Hof dat op de terechtzitting in hoger beroep van 29 juni 2017 door de gemachtigde raadsman geen “mondelinge bezwaren tegen het vonnis” als bedoeld in art. 416, tweede lid, Sv zijn opgegeven.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over nauwe en bewuste samenwerking bij valsheid in geschrift gepleegd door rechtspersoon

Hoge Raad 1 oktober 2019, ECLI:NL:HR:2019:1451

De verdachte stond met zijn medeverdachte en broer medeverdachte 1 aan het hoofd van D. In deze groep bevond zich een waaier aan vennootschappen waarvan de verdachte in een meer of minder direct verband directeur dan wel bestuurder was. Eén van deze vennootschappen was B. B heeft een koopovereenkomst gesloten met een Montenegrijnse vennootschap, A, waarin is bepaald dat A een vakantieresort zal ontwikkelen aan de kust van Montenegro, dat B op turnkey-basis zal kopen. Dit project staat bekend als het ‘… ‘. Het hof heeft geoordeeld dat de koopovereenkomst tezamen en in vereniging valselijk is opgemaakt.

Read More
Print Friendly and PDF ^