Afwijzing aanhoudingsverzoek tot later tijdstip op dezelfde dag niet onbegrijpelijk

Hoge Raad 12 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1759

Blijkens het proces-verbaal heeft de raadsvrouwe, omdat de verdachte had laten weten zich te hebben verslapen, het verzoek gedaan “tot aanhouding voor bepaalde tijd tot later op deze dag”. Naar aanleiding van dat verzoek heeft het Hof vastgesteld dat de verdere zittingsdag volledig is geappointeerd en geoordeeld dat er geen ruimte is de behandeling van de zaak naar een later tijdstip op die dag te verplaatsen en dat geen gevolg kan worden gegeven aan het door de raadsvrouwe gedane verzoek.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad geeft uitleg over “daadwerkelijk deelnemen” aan politieverhoor door advocaat en mogelijkheid om in cassatie te klagen over het niet stellen van prejudiciële vragen

Hoge Raad 19 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1795

De verdediging heeft het verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen op verschillende momenten tijdens het proces gedaan. In de kern komt dit verzoek erop neer dat het Hof van Justitie moet worden gevraagd naar de uitleg van “daadwerkelijke deelname” van de verdediging (en de verdachte) aan het politieverhoor in de zin van art. 3, derde lid, sub b van de Richtlijn 2013/48/EU. “Daadwerkelijke deelname” omvat volgens de verdediging – kort gezegd – inzage en/of afschrift van het complete strafdossier voorafgaand aan de eerste inhoudelijke verhoren bij de politie en de beschikking over voor de verdachte ontlastende informatie ten aanzien van de formele beschuldiging door de politie, zodat de raadsman en de verdachte daadwerkelijk effectief kunnen deelnemen aan die politieverhoren.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen aanhoudingsverzoek & belangenafweging

Hoge Raad 12 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1737

Een verzoek tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting kan ter terechtzitting worden gedaan door de verdachte of diens op de voet van art. 279 Sv gemachtigde raadsman. Ook de raadsman die niet is gemachtigd tot het voeren van de verdediging van de ter terechtzitting niet-verschenen verdachte, kan ter terechtzitting een verzoek tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting doen voor zover dat verzoek wordt gedaan met het oog op de effectuering van het aanwezigheidsrecht van de verdachte of ten behoeve van het alsnog verkrijgen van de in art. 279, eerste lid, Sv bedoelde machtiging.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Toepassing art. 80a of 81 RO na vrijspraak in eerste aanleg en veroordeling in hoger beroep toegestaan?

Hoge Raad 12 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1732

De omstandigheid dat het gerechtshof tot een veroordeling is gekomen ter zake van een feit waarvan de verdachte in eerste aanleg is vrijgesproken, kan onder omstandigheden van belang zijn voor de aan de bewijsmotivering te stellen eisen, waarvan de naleving in cassatie kan worden getoetst (vgl. HR 16 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1943, rov. 4.3).

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: cautie moet worden gegeven in alle gevallen waarin - anders dan schriftelijk - vragen worden gesteld die betrekking hebben op een bestuurlijke boete

Hoge Raad 15 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1786 (Belastingrecht)

Uit het woord ‘verhoort’ in artikel 8:28a, lid 2, Awb in samenhang met de parlementaire geschiedenis van deze bepaling blijkt dat de mededeling dat antwoorden niet verplicht is, moet worden gedaan in alle gevallen waarin anders dan schriftelijk vragen aan de belanghebbende worden gesteld die betrekking hebben op een bestuurlijke boete.

Read More
Print Friendly and PDF ^