Kan de zittingsrechter tijdens de behandeling van een strafzaak een wrakingsverzoek buiten behandeling laten?

Hoge Raad 16 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:370

In deze zaak heeft de raadsman namens de verdachte op de terechtzitting van 15 mei 2019 tegen de leden van het hof die met de behandeling van de zaak belast zijn, een wrakingsverzoek gedaan. Op 11 oktober 2018 was ook al een verzoek tot wraking van diezelfde leden van het hof gedaan. De wrakingskamer heeft dat eerdere verzoek afgewezen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt vooropstellingen m.b.t. instelling cassatie door bepaald gevolmachtigde advocaat d.m.v. schriftelijke bijzondere volmacht aan griffiemedewerker (art. 450.3 Sv)

Hoge Raad 16 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:368

In het onderhavige geval gaat het om een e-mail maar bevindt zich bij de stukken van deze zaak niet een schriftelijke bijzondere volmacht als bedoeld in artikel 450 lid 3 Sv van de advocaat Van der Weide aan de griffiemedewerker. Dit leidt in deze zaak evenwel niet tot het oordeel dat het cassatieberoep niet-ontvankelijk is.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Eenvoudig witwassen is geen specialis ten opzichte van 'gewoon' witwassen

Hoge Raad 2 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:321

Uit de rechtspraak volgt dat de kwalificatie door de rechter van het bewezenverklaarde verwerven of voorhanden hebben van een onmiddellijk door eigen misdrijf verkregen voorwerp als ‘(schuld)witwassen’ dan wel ‘eenvoudig (schuld)witwassen’ uitsluitend wordt bepaald door het antwoord op de vraag of sprake is geweest van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben van het voorwerp en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst daarvan gericht karakter heeft. Dat betekent dat, anders dan het cassatiemiddel betoogt, zich hier niet het in artikel 55 lid 2 Sr bedoelde geval voor kan doen waarin voor een feit dat in een algemene strafbepaling valt een bijzondere strafbepaling bestaat.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Geen schending una via bij strafrechtelijke vervolging feitelijk leidinggevende na administratiefrechtelijke beboeting rechtspersoon

Hoge Raad 16 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:219

Verdachte is (als natuurlijk persoon) door de Belastingdienst op grond van de Invorderingswet 1990 aansprakelijk gesteld voor aan de rechtspersoon opgelegde naheffingsaanslagen omzetbelasting en vergrijpboetes. Eerst na die aansprakelijkstelling is verdachte (als feitelijk leidinggever) gedagvaard. Volgens de verdediging is deze gang van zaken in strijd met het una via beginsel zoals neergelegd in de art. 5:44 en 5:50 Awb en art. 243 Sv.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Staat ontbreken van voorafgaand sfo in de weg aan oplegging betalingsverplichting?

Parket bij de Hoge Raad 9 februari 2021, ECLI:NL:PHR:2021:106

Het eerste middel behelst de klacht dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat het ontbreken van een strafrechtelijk financieel onderzoek geen beletsel vormt voor de oplegging van de betalingsverplichting aan de betrokkene, althans dat het oordeel van het hof dat het legaliteitsbeginsel niet in de weg staat aan toepassing van het huidige art. 36e, derde lid, Sr ontoereikend is gemotiveerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^