Hoge Raad 23 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:387
In de situatie waarin een verdachte wordt of is vervolgd voor deelneming aan een criminele organisatie en diezelfde verdachte nadien ook wordt vervolgd voor een met zijn deelneming aan deze criminele organisatie samenhangend concreet delict, kan zo’n tweede vervolging voor het concrete delict in bijzondere omstandigheden in strijd komen met het ne bis in idem-beginsel. Daarvan is in de kern genomen sprake indien in de eerdere vervolging de deelneming van verdachte aan de criminele organisatie het begaan van het concrete delict uit de latere vervolging omvatte. Wanneer, zoals in het onderhavige geval, de eerste vervolging betrekking heeft op het door verdachte begaan zijn van een concreet delict en de tweede vervolging het deelnemen aan een criminele organisatie betreft, staat het ne bis in idem-beginsel in de weg aan die latere vervolging voor het deelnemen aan een criminele organisatie als die deelneming van verdachte op niets anders betrekking heeft dan het begaan van het concrete delict waarvoor verdachte al is vervolgd.
Read More