Hoge Raad: wat te doen bij persoonsverwisseling?

Hoge Raad 4 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:135

De Hoge Raad legt uit wat het hof moet doen als in hoger beroep komt vast te staan dat het vonnis in eerste aanleg als gevolg van een persoonsverwisseling (in dit geval: het opgeven van een valse naam) is gesteld op naam van iemand anders dan ‘de echte verdachte’. In zo’n geval moet het hof het vonnis, in ieder geval wat betreft de tenaamstelling, vernietigen. Als in zo’n geval vaststaat wat de echte naam van de verdachte is, mag het hof zijn arrest op die naam stellen. De rechter moet zich dan wel inspannen om te voorkomen dat onjuiste gegevens in overheidsregistraties blijven staan. De Hoge Raad geeft een voorbeeld van hoe de rechter dat – d.m.v. een opdracht aan het Openbaar Ministerie - kan doen. In deze zaak geeft de Hoge Raad zelf zo’n opdracht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Medeplegen oplichting van factoringbedrijven: HR over verhoorbijstand en gebruik van getuigenverklaring zonder ondervragingsmogelijkheid

Hoge Raad 4 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:181

De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van oplichting van een factoringbedrijf. Samen met zijn medeverdachten heeft hij een factoringovereenkomst gesloten, waarbij nepfacturen zijn verkocht aan het bedrijf. Het ging om facturen van een onderneming genaamd E B.V. gericht aan bedrijven C B.V. en D, waarbij geen daadwerkelijke goederenlevering had plaatsgevonden. Het factoringbedrijf heeft hierdoor betalingen verricht ter hoogte van €121.192.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Arrest Hoge Raad over benadeling van klokkenluiders

Hoge Raad 7 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:190 (civiel recht)

De vraag die centraal staat is hoe de werkgever het bewijsvermoeden uit art. 17eb Wbk kan ontkrachten. De bepaling luidt dat wanneer een klokkenluider na zijn melding of na openbaarmaking van een vermoeden van een misstand wordt benadeeld, het rechtsvermoeden moet worden gehanteerd dat die benadeling het gevolg is van de melding dan wel de openbaarmaking. Moet de werkgever het vermoeden slechts ontzenuwen, of wordt van de werkgever die de benadelende maatregel heeft genomen, verwacht dat hij aantoont dat de benadeling geen gevolg is van de melding of openbaarmaking. In dat laatste geval moet de werkgever dus aantonen dat de benadeling op andere gronden dan de melding heeft plaatsgevonden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Hoge Raad: gemeenteraadslid mocht wethouder niet beledigen op sociale media

Hoge Raad 4 februari 2025, ECLI:NL:HR:2025:171

De Hoge Raad laat de veroordeling van een gemeenteraadslid wegens belediging van een wethouder in stand. In berichten op Facebook schreef de verdachte onder meer dat de wethouder een ‘professionele pathologische leugenaar’ is en ‘zich moet verantwoorden voor valsheid in geschriften’. Het hof verwierp het beroep op artikel 10 van het Europese Mensenrechtenverdrag (vrijheid van meningsuiting). De Hoge Raad zet uiteen hoe een beroep op de vrijheid van meningsuiting moet worden beoordeeld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR over gebruik van onrechtmatig verkregen bewijs in belastingzaken

Hoge Raad 31 januari 2025, ECLI:NL:HR:2025:154

De Hoge Raad oordeelt dat strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs in belastingzaken alleen in uitzonderlijke gevallen wordt uitgesloten. In een strafrechtelijk onderzoek is bij een doorzoeking van de woning van een man een schenkingsakte aangetroffen. De inspecteur gebruikt deze akte in een belastingzaak, maar de man stelt dat dit bewijs onrechtmatig is verkregen en daarom moet worden uitgesloten. Het hof oordeelt dat de enkele onrechtmatigheid van het bewijs in het strafrecht niet automatisch leidt tot uitsluiting in belastingzaken. De Hoge Raad bevestigt dit oordeel.

Read More
Print Friendly and PDF ^