Rechtbank Amsterdam 7 november 2017, ECLI:NL:RBAMS:2017:9868
Een ontnemingsvordering moet binnen een bepaalde termijn na een vonnis in de hoofdzaak worden aangebracht door het Openbaar Ministerie. Zodra dit is gebeurt, gelden dergelijke termijnen niet meer en is de verdere voortgang van de zaak afhankelijk van een belangenafweging tussen het belang van de maatschappij om de zaak binnen korte termijn af te handelen en eventuele belangen van de verdediging die een vertraagde behandeling rechtvaardigen. Daarbij moet niet alleen worden gekeken naar de mogelijkheden die de wet biedt, maar ook naar de omstandigheden van de individuele zaak.
Read More