Voormalig directeur RDM Van den Nieuwenhuijzen moet ruim EUR 13 miljoen aan de Staat betalen

Rechtbank Rotterdam 17 november 2020, ECLI:NL:RBROT:2020:10380

De rechtbank Rotterdam heeft de voormalig directeur van het Havenbedrijf Rotterdam, Van den Nieuwenhuijzen, veroordeeld tot betaling van 13.065.475 euro aan de Staat vanwege door hem verkregen wederrechtelijk voordeel. In 2005 is er een strafrechtelijk onderzoek gestart naar het verstrekken van garanties door de voormalige directeur van het Havenbedrijf Rotterdam namens het havenbedrijf aan ondernemingen binnen het RDM-Concern, gelieerd aan de CEO. Volgens het onderzoek ging het in de periode van 20 september 2002 tot en met 9 juni 2004 om garanties voor ruim 100 miljoen euro. Na die garanties hebben geldverstrekkers of verkopers leningen/kredieten verstrekt en activa verkocht aan het RDM-Concern en/of aan de CEO gelieerde ondernemingen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Inkomstenbelasting toch niet in aftrek op ontnemingsbedrag

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 29 oktober 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:3367

Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch heeft beslist dat in een ontnemingszaak geen rekening wordt gehouden met de inkomstenbelasting over het voordeel. De zaak waarin deze beslissing is gegeven was door de Hoge Raad teruggewezen. Eerder had het hof de inkomstenbelasting wel in mindering gebracht op het terug te betalen bedrag. Daardoor valt het te betalen bedrag nu fors hoger uit. Een 53-jarige man heeft tussen 2005 en 2008 illegaal gehandeld in hennep. De inkomsten die hij daarmee heeft verdiend moet hij terugbetalen aan de Staat.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Art. 74 Awr staat niet in de weg aan ontneming van niet uit belastingnadeel bestaand wederrechtelijk verkregen voordeel van betrokkene die zich ook aan valsheid in geschrift heeft schuldig gemaakt

Hoge Raad 3 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1716

Het hof heeft geoordeeld dat artikel 74 AWR niet aan ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel in de weg staat, omdat de betrokkene zich niet alleen aan een fiscaal delict, maar ook aan ‘valsheid in geschrift’ heeft schuldig gemaakt. In dat verband heeft het overwogen dat het wederrechtelijk verkregen voordeel van de betrokkene correspondeert met de opbrengst van de door hem voor zijn diensten in rekening gebrachte prijs en niet met het belastingnadeel.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Profijtontneming: HR herhaalt regels voor toerekening van voordeel aan betrokkenen

Hoge Raad 29 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1515

Wat betreft de mate van toerekening van het voordeel aan de betrokkene geldt niet de eis dat de daaraan ten grondslag liggende feiten en omstandigheden aan wettige bewijsmiddelen moeten zijn ontleend. Voldoende is dat die feiten en omstandigheden, zoals een bepaalde rolverdeling, uit het onderzoek op de terechtzitting zijn gebleken. (Vgl. HR 30 maart 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK2142.)

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR gaat in op betekenis onschuldpresumptie: ontnemingsprocedure kent eigen bewijsregels, geen “voldoende aanwijzingen” als niet buiten redelijke twijfel staat dat andere strafbare feiten zijn begaan

Hoge Raad 29 september 2020, ECLI:NL:HR:2020:1523

De ontnemingsprocedure heeft een ander karakter dan de strafprocedure. Het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, kan op grond van artikel 338 Sv door de rechter slechts worden aangenomen, indien hij daarvan uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen. In de ontnemingsprocedure is de rechter echter voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel gebonden aan artikel 511f Sv waarin is bepaald dat de rechter die schatting slechts kan ontlenen aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen.

Read More
Print Friendly and PDF ^