Hoge rekening-courant leidt tot veroordeling voor faillissementsfraude

Rechtbank Amsterdam 14 maart 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:1437

Verdachte heeft zich als bestuurder van een rechtspersoon schuldig gemaakt aan faillissementsfraude door – voor én tijdens het faillissement van Naam bedrijf – een groot geldbedrag aan de boedel van Naam bedrijf te onttrekken, waarbij verdachte dat geld heeft gebruikt voor privé doeleinden, zoals het kopen van dure merkkleding. Op het moment dat Naam bedrijf in staat van faillissement werd verklaard, was er daardoor minder geld in de boedel aanwezig om onder de schuldeisers te verdelen. Schuldeisers kunnen hierdoor in de problemen komen met het betalen van hun eigen rekeningen en zelf eventueel ook failliet gaan. Ook zijn er schuldeisers geconfronteerd met onvoltooide bouwprojecten waarvoor zij wel hebben betaald. Verder heeft verdachte ook niet voldaan aan zijn inlichtingenplicht ten opzichte van de curator door melding van het ontvangen restantbedrag van een factuur van Naam bedrijf op zijn privé rekening achterwege te laten.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak voor faillissementsfraude: wisselende, ongeloofwaardige en onaannemelijke verklaring leidt nog niet tot conclusie dat is onttrokken aan de boedel

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 april 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2305

Weliswaar heeft verdachte bij de politie en op de zitting op een aantal punten wisselend, ongeloofwaardig en onaannemelijk verklaard over de herkomst van de kaarten, de persoon naam en verdachte’s rol bij B.V. 1, maar dat kan er naar het oordeel van de rechtbank niet toe leiden dat dus bewezen kan worden verklaard dat het verdachte was die de kaarten aan het faillissement van B.V. 1 heeft onttrokken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rb: bij omkoping hoeft niet te worden vastgesteld welke gift voor elke aparte bevraging van systemen is verkregen & ook bij voltooid delict kan worden gekwalificeerd als poging

Rechtbank Midden-Nederland 9 april 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:2133

Dat sprake is van een voltooide omkoping staat echter niet in de weg aan een bewezenverklaring van de poging tot omkoping. De rechtbank overweegt dat tezamen met de voorbereiding, de poging een handeling is die in de tijd vooraf gaat aan de voltooiing van het delict. Aangezien de voorbereiding als strafbare gedraging kan bestaan naast het voltooide delict, neemt de rechtbank aan dat ook de poging als strafbare gedraging bestaat naast het voltooide delict. Ondanks het feit dat de omkoping van feit 2 is voltooid, kan het bewezenverklaarde daarom toch worden gekwalificeerd als poging. De rechtbank zal dit feit dan ook zo bewijzen dat sprake is van een strafbare poging tot omkoping, waarbij wordt vrijgesproken van het onderdeel van de tenlastelegging dat luidt ‘terwijl het misdrijf niet is voltooid’.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Computervredebreuk: beroep op overmacht in de zin van noodtoestand doordat verdachte een arbeidsrechtelijk conflict met benadeelde had en zich wilde verweren in civiele zaak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 9 april 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2347

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan computervredebreuk en het voorhanden hebben van wachtwoorden die bestemd waren om computervredebreuk te plegen. Verdachte heeft herhaaldelijk en over een langere periode ingelogd op de systemen van zijn werkgever, terwijl hij daartoe niet gerechtigd was. Hij was niet meer aan het werk. Hij was ziekgemeld en verwikkeld in een arbeidsconflict. Verdachte had ten aanzien van het beheer van de ICT systemen van bedrijf benadeelde B.V. verhoogde rechten, waardoor hij in allerlei systemen kon inloggen. Verdachte is naar eigen zeggen in de bedrijfssystemen op zoek gegaan naar informatie die hij kon inbrengen in een gerechtelijke procedure tussen hem en zijn werkgever.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak voor oplichting nu oplichtingshandelingen niet zijn genoemd in de tenlastelegging

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 5 april 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:2240

De rechtbank stelt vast dat alle bovengenoemde oplichtingshandelingen zien op de overeenkomst tussen aangever en verdachte over het opknappen van de tuin, terwijl verdachte ook daadwerkelijk werkzaamheden in die tuin heeft verricht. Verdachte was, zeker in het begin, wel degelijk een bonafide tuinman. Zowel door (de zoons van) aangever als verdachte wordt verklaard dat aangever door verdachte onder valse voorwendselen is bewogen tot het aangaan van vele leningen. In de tenlastelegging wordt echter niet gesproken over oplichtingshandelingen die zien op de leningen van aangever aan verdachte en/of de verhalen die verdachte hierover aan aangever heeft verteld.

Read More
Print Friendly and PDF ^