Het zwijgrecht uit artikel 6 EVRM bij de bestuurlijke boete

De bestuurlijke boete is een criminal charge, dus moet het boeteproces ook eerlijk zijn in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarbij hoort het zwijgrecht en breder: het recht niet te worden gedwongen tegen zichzelf te getuigen of een bekentenis af te leggen, het nemo tenetur-beginsel. Wanneer een strafzaak tegen een verdachte begint mag deze direct zwijgen, dat is qua nemo tenetur wel overzichtelijk. In het financiële bestuursrecht wordt echter primair gehandhaafd met het oog op herstel en tijdens een onderzoek in die fase geldt tegenover toezichthouders een medewerkingsplicht en geen zwijgrecht. Hoe wordt dan toch dit beginsel gewaarborgd, als later een boete volgt? Kort en goed: toezichthouders kennen bij een boeteverhoor het zwijgrecht toe en zullen eerder onder dwang afgelegde verklaringen uitsluiten van gebruik bij de boete. Dit laatste heet de reflexwerking van het zwijgrecht en volgt al uit het arrest Saunders dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) in 1996 wees.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Overheidsaansprakelijkheid in het strafrecht

Deze bijdrage laat zien dat en – vooral – waarom de Pikmeer-rechtspraak over de strafrechtelijke immuniteit van lagere overheden nog steeds vragen oproept. Dat geldt in de eerste plaats voor de uitleg van het Pikmeer II-criterium. De daarin figurerende termen ‘bestuursfunctionarissen’ en ‘(desbetreffende) gedragingen’ zijn voor verschillende interpretatie vatbaar. Daarnaast zijn er vragen omtrent de vervolgbaarheid van personen op grond van leidinggeven en eigen daderschap. Het ligt op de weg van de Hoge Raad over deze fundamentele kwesties meer duidelijkheid te verschaffen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De marginalisering van het strafrecht in de financiële handhaving: 25 jaar Wet IDBB en de opkomst van het bestuursrechtelijk boetestelsel

Vijfentwintig jaar geleden werden de financiële toezichthouders uitgerust met nieuwe handhavingsinstrumenten. Overtredingen van de financiële wetgeving kunnen sindsdien niet alleen strafrechtelijk worden aangepakt, maar ook met bestuurlijke boetes en dwangsommen. De Wet IDBB heeft bewerkstelligd dat de rechtshandhaving in de financiële sector een overwegend bestuursrechtelijke aangelegenheid is geworden. De rol van het strafrecht is gemarginaliseerd. Daar hoeven justitiabelen niet blij mee te zijn, want het bestuurlijk handhavingsrecht is bepaald niet minder ingrijpend. Er wordt gewerkt met draconische boetebedragen en de onschuldpresumptie wordt veronachtzaamd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Onderzoeksplicht verzuimd door inspecteur bij navordering

Mag de Belastingdienst een navorderingsaanslag opleggen als er geen aangifte is ingediend en geen definitieve aanslag is opgelegd? Dit onderwerp is nog niet uitgekristalliseerd in de rechtspraak, maar rechtbank Noord-Nederland heeft hierover vorig jaar een interessant oordeel gegeven.1 De rechtbank legt met deze uitspraak de verantwoordelijkheid bij de inspecteur om tijdig een aanslag vast te stellen, naar mijn mening een terechte ontwikkeling.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Een terugblik op 25 jaar richtinggevende uitspraken over bestuurlijke handhaving in de financiële sector

Dit artikel biedt een overzicht van vijf invloedrijke uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) met betrekking tot bestuurlijke handhaving door de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB). De auteur analyseert hoe deze uitspraken de wet- en regelgeving en rechtspraak hebben beïnvloed en welke lessen hieruit kunnen worden getrokken voor de huidige praktijk.

Read More
Print Friendly and PDF ^